Tot zo ongeveer het jaar 1900 zou dat een heel vreemde vraag zijn geweest. In de hele menselijke geschiedenis tot dat moment bestonden er alleen maar natuurlijke geneesmiddelen. Er was geen alternatief. Pas in onze eeuw begon men zich serieus bezig te houden met de ontwikkeling van synthetisch bereide medicijnen. Men ging de plantaardige geneesmiddelen die men tot op dat moment had gebruikt analyseren. Als men meende de werkzame stof in die plant gevonden te hebben, probeerde men deze te isoleren en vervolgens synthetisch na te maken. Zo ontstonden veel van de moderne 'chemische' medicijnen. Voor vele ervan kunnen we heel dankbaar zijn; ze hebben talloze levens gered. Toch is er volgens sommige deskundigen bij deze ontwikkeling een ernstige fout gemaakt.
De geneeskrachtige plant als geheel, met al haar werkzame stoffen en zogenaamde ballaststoffen vormde een uniek en prachtig recept. Door nu slechts één van deze stoffen als de werkzame stof te beschouwen en als grondstof voor een medicijn te gebruiken, en alle overige weg te laten, is afbreuk gedaan aan het unieke recept, die prachtige cocktail van stoffen die in de hele plant aanwezig waren en tot genezing bijdroegen. Natuurlijk ingestelde wetenschappers zijn van mening dat juist dat procedé van isoleren en synthetisch namaken tot het ontstaan van bijwerkingen heeft bijgedragen. Dat totale complex van stoffen in de plant vormde een balans waarbij de ogenschijnlijk onwerkzame stoffen bijwerkingen opheffen die zouden ontstaan als de zogenaamde werkzame stof in geïsoleerde vorm zou worden toegepast.
Die relatieve veiligheid van natuurlijke geneesmiddelen en het vrijwel ontbreken van bijwerkingen vormen voor veel mensen die wel eens een bijsluiter hebben gelezen, aanleiding om voor een natuurlijk geneesmiddel te kiezen. Iemand die op een bijzondere manier heeft bijgedragen aan de populariteit van natuurlijke geneesmiddelen in Nederland is de Zwitserse onderzoeker Alfred Vogel.