Op zijn 36e had hij miljoenen op de bank. In plaats van dit geld uitgeven en luieren, besloot hij zich in te zetten voor een betere wereld. Interview met ‘groene ondernemer’ Ruud Koornstra (45): “Ik leef vanuit de idee dat ik onsterfelijk ben.”
Hij is multimiljonair, noemt Bill Clinton zijn ‘marketingmanager’ en in zijn vrije tijd racet hij in zijn elektrische sportwagen tegen premier Balkenende. In zijn kantoor in Naarden, de bovenverdieping van een smaakvol gerenoveerde hofstede, doet hij enthousiast, maar no nonsense zijn verhaal. “Zeg alsjeblieft je tegen u”, zegt hij quasi beledigd als hij gevousvoyeerd wordt.
Hij haalt twee koppen thee en vertelt dat hij vorige week een crematie bijwoonde van een collega bij wie nog geen halfjaar geleden slokdarmkanker geconstateerd was. Maarten, 55 jaar. “Het zijn van die momenten waarop je beseft dat het zomaar voorbij kan zijn. Dat je gaat nadenken over de tijd die we hier op aarde hebben. Als je denkt aan de sterfelijkheid en eindigheid wordt alles zinloos. Ik draai het om. Ik leef vanuit de idee dat ik onsterfelijk ben, zodat alles wat ik doe betekenisvol is. Niet: na mij de zondvloed, maar duurzaam en gezond nú, omdat er altijd een nu zal zijn.”
De buurman die met zijn voorvaderen al eeuwen op hetzelfde landgoed in Zutphen woont, verbeeldt zijn pleidooi. “Als zijn over-over-over-overgrootvader gif in de grond had gestopt, waren nu zijn kleinkinderen vergiftigd.”
Even is hij stil.
Dan: “Dat vind ik een mooi beeld van hoe we zouden moeten omgaan met elkaar, en met de planeet.”
De auto van de buurman
“Het gaat om een diep besef dat je het niet beter krijgt ten koste van elkaar, maar dankzij elkaar. Ten koste van elkaar is: jaloers kijken naar de auto van de buurman en denken dat je gelukkiger bent als jij een nóg mooiere auto hebt. Of in de bankwereld met één ton in een week twee ton verdienen. Dat wat jij verdient, verliest een ander op dat moment. Dat is niet duurzaam. Het is een verspillende wedloop die de wereld down the drain brengt.”
Het egoïstische korte termijn denken komt voort uit het onbewust continue bezig zijn met die sterfelijkheid, denkt hij. Toen hij vader werd, realiseerde hij zich dat zijn liefde oneindig is. En dat het mooier is bewust vanuit die liefde te leven.
Hij vertelt lollig over die eerste bevalling. “Het was tweede kerstnacht toen de vliezen braken. Terwijl ik hevig zat mee te puffen, zei mijn vrouw ineens midden in een perswee. ‘Hey Ruud, op de gang hangt mijn jas, en in mijn linkerzak zitten tictacjes. Pak er even een paar, want je meurt ongelooflijk uit je mond.”
Hij lacht aanstekelijk om zichzelf.
“Hoe dan ook: opeens was er een jongetje: Bart. De oerkracht die bij mijn vrouw loskwam tijdens de bevalling ervoer ik toen ik mijn zoon vasthield. Een waanzinnig moment. Honderd procent liefde.”
“Toen mijn vrouw een paar jaar later opnieuw zwanger was, bekroop mij het nare gevoel dat ik die liefde moest delen. Dat kon niet! Toen ik Evelien na negen maanden vasthield, bleek dat ik het niet hoefde te delen. Het was wéér honderd procent. En toen Roos werd geboren, anderhalf jaar later, wéér. De liefde voor de één ging dus niet ten koste van de ander. Die is er. Eeuwig. En er is genoeg van.”
Brommertje
De koppeling tussen zijn eigen ‘oneindige liefde’ en duurzaam ondernemen maakte hij pas jaren later toen hij zijn tv-productiebedrijf voor miljoenen verkocht had en werkloos thuiszat. “Ik was 36, had een leuke vrouw, drie kinderen, een mooi huis en een dikke BMW voor de deur. Mijn vrienden zeiden: je bent klaar.”
Verongelijkt: “Klaar? Hoezo klaar? Dan kan ik dus net zo goed doodgaan, dacht ik. Ik kom niet uit een rijke familie. Mijn vader werkte bij politie, mijn opa was buschauffeur. Voor mijn brommertje heb ik gewoon bij een schoonmaakbedrijf moeten werken. En dan zou ik ineens klaar zijn? Wat een armoe om te denken dat je met veel geld op de bank klaar bent.”
“Tegen mijn vrouw zei ik: ‘Ik ga een bijdrage leveren aan een betere wereld’. Een wereld waarin alles eindigend is, wil ik niet doorgeven aan mijn kinderen. Mijn vrienden zeiden: ‘Ruud heeft wormen in zijn hoofd. Straks gaat hij ook nog bij een sektarische geloofsgemeenschap’.”
In plaats daarvan startte hij Tendris, een bedrijf dat duurzame oplossingen initieert voor een betere wereld. Met nieuwe producten wil hij laten zien dat ‘we het met z’n allen anders kunnen doen’. Voor alles bestaat een duurzaam, beter alternatief. “Alles wat in mijn bedrijf een succes is, is ook een succes voor de wereld.”
Winst maken doet hij nog steeds. Energiebedrijf Oxxio (ook uit de Tendris-koker) verkocht hij bijvoorbeeld voor 143 miljoen. “Stel je voor dat je zo’n bedrag zelf zou houden. Dat slaat toch nergens op. Mijn kinderen, allemaal tieners inmiddels, zouden zeggen: ‘Doe normaal joh!’ De winst die ik maak, investeer ik in de ontwikkeling van nieuwe, duurzame producten.” Een voorbeeld; samen met de Nationale Postcodeloterij en het Wereld Natuurfonds gaf zijn bedrijf eind vorig jaar 2,5 miljoen ledlampen weg.
In zijn ideaal gaan mensen zo met elkaar om dat iedereen in de keten – mens, natuur en milieu – deelt met elkaar en geniet van de overvloed. “Zorg dat je in de keten geen verliezers creëert. Dat is duurzaamheid.”
Maar dat lukt niet van de ene op de andere dag. Merkte hij.
“De technologie is er, maar het gaat erom dat je hier” – tikt op zijn hersenpan – “moet zien door te dringen.”
Een voorbeeld: “23 procent van alle energie in de wereld gaat op aan pompsystemen. In auto’s, koelkasten, centrale verwarming: overal zit een pomp in. Met een pomp die vijftig procent efficiënter is, bespaar je tien procent van de wereldenergie.”
Die nieuwe pomp maakten wij, zegt hij. “Alleen de gevestigde orde houdt de introductie tegen.”
Verkeersslachtoffers
Een ander voorbeeld.
“In Zweden reden ze jarenlang links op de weg. Toen besloot men in 1967 rechts te gaan rijden. Op zondagavond moest om kwart over zes iedereen naar de andere kant. Het gevolg: een jaar lang geen verkeersslachtoffers.”
“Als je hier” – wijst weer op zijn bovenkamer – “iets doet, wordt je wakker. En aan wakkere mensen heb je een hoop.” Lachend: “Als we geen ongelukken willen, moeten we dus ieder jaar van weghelft wisselen.”
In Zutphen bouwde hij een zelfvoorzienend huis. Ook niet zonder slag of stoot.
“Ik zei tegen mijn installateur: ik wil een gerieflijk huis met gezellige verlichting, moderne keuken, flatscreens voor de kinderen, paarden in de stal, maar ik wil geen energiebedrijf om het te faciliteren. Kan dat? ‘Nee’, zei hij.”
“Een week of zes later zei hij: ‘het kan wel, maar jij gaat het niet doen, want dat kost een ton extra’. Ik zei: ‘dat doe ik wel. Hij: ‘Je bent gek’. Ik: ‘Ik ben goedkoper uit. Reken maar mee. 100.000 euro bij de hypotheek tegen 4 procent rente is 4000 euro. Ik krijg de helft terug via de renteaftrek. Kom ik op nog geen 180 euro per maand, terwijl ik anders op zo’n 700 euro gas, water en licht zou zitten.”
Hij rijdt in een elektrische Lotus sportwagen. “Sneller dan een Porsche en voor vijf euro heb ik een volle tank.” En hij heeft een jeep die rijdt op zelfgemaakte (illegale) biodiesel. “Dat maak je door tuinafval te verwerken in een speciale reactor.”
“Ik doe het gewoon. Daar is helemaal geen regeling voor, reageerde Jan Kees de Jager, staatssecretaris van Financiën. Dat klopt, zei ik. Dus als ik aangehouden wordt, verwijs ik naar jou.”
Dromer
Als kind was Koornstra een dromer die in het nú zijn dromen probeerde te verwezenlijken. Toen hij voor het eerst naar ‘Stuif es in’ keek, een talentenprogramma voor kinderen besloot hij dat ze daar met school naar toe moesten.
“Je had zo’n soort balk met kaarten waar Ria Bremer een selectie uitmaakte: dat waren de scholen die de week daarna mochten komen. Klasgenoten zeiden: ‘We worden vast niet uit die balk getrokken’. Ik maakte een reus die te groot was om aan die balk te hangen en Ria zei: ‘Deze is zo groot, laten we die maar nemen’.”
“Voor mij was het vanzelfsprekend om zoiets in mijn hoofd te halen. Ik was ervan overtuigd dat het zou lukken. Nu ik ouder ben, besef ik dat die eigenschap mij typeert. Anderen kijken misschien eerder naar de onmogelijkheden.”
Zo begon hij ook zonder kennis en zonder kennissen aan een tv-productiebedrijf, vertelt hij. “Ik heb het gewoon gedaan.” Hoe hij ertoe komt? “Vrij denken. Dat is essentieel.” Out of the box denken. Niet vanuit het bestaande systeem, maar juist alles wegdenken wat er nu al is. En leeg beginnen.
“Een halfjaar geleden speelde de discussie over inenten tegen baarmoederhalskanker. Met twee dochters was het een actueel onderwerp bij ons thuis. Ik twijfelde, omdat ik weet hoe sterk de lobby is en welke belangen ermee gemoeid zijn. Onze buurvrouw was er op een gegeven moment uit. Haar dochters lieten zich inenten. De overheid had het onderzocht en daar vertrouwde ze op.”
Hij is even stil. “En dat was voor ons de reden om te zeggen: dan doen we het dus niet.”
“Toen ik hoorde dat Ab Osterhaus, dé virusadviseur van de Nederlandse regering, aandelen heeft in een bedrijf dat vaccins maakt, sterkte dat mij in mijn overtuiging: altijd zelf blijven nadenken. Angst en verwarring zijn de grootste showstopper.”
Verbeterpuntjes
Hij zet zijn laptop aan om foto’s te laten zien van de door Tendris led-verlichte Kiltunnel in Dordrecht. “Meer zicht, goedkoper en duurzaam.”
Maar de foto van zijn jongste dochter op het bureaublad in een sprong boven het zwembad van hun vakantiehuis in Bonaire leidt af. “Heeft ze een middag met de zelfontspanner op zitten zweten”, lacht hij.
Dan laat hij ook maar even zijn andere kinderen zien. Gaat hij met zijn gezin duurzaam om?
Hij heeft zo zijn verbeterpuntjes, merkt hij lachend op. “Met mijn vrouw heb ik al jaren de afspraak dat ik niet thuis ben voor het eten, tenzij ik bel. Soms valt er een afspraak uit, en ben ik om zes uur thuis. Dan is mijn gezin in shock. Papa, wat is er?”
Als oud-rugbyer is hij nu teammanager van het Nederlands rugbyteam waar zijn zoon deel van uitmaakt. “De meiden hockeyen. Ik ben de papa die altijd meegaat op schoolreisjes. Tijdens een week zeilkamp met mijn dochter lig ik dan ’s nachts in mijn tent langs de Berkel mijn mail te doen.”
En in zijn huwelijk?
“Het huwelijk is bedacht in een periode dat wij niet ouder werden dan 36. Ik trouwde op mijn 26e. Dus ik zit al negen jaar in blessuretijd”, lacht hij.
“Eens in de zeven jaar hebben mijn vrouw en ik een hickup. Een periode waarin je heroverweegt: waar gaat het nou om? Veel mensen gaan onder het motto ‘nu kies ik voor mezelf’, vrij makkelijk uit elkaar. Ik dacht erover na. Hoe zou het leven zou zijn zonder mijn gezin, maar met al het geld van de wereld en de Cleopatra van de Eeuw voor extreme seks én goede gesprekken. Dan zou ik dus het gezin uit elkaar moeten trekken, met stress, co-ouderschap, gedoe. Ik concludeerde dat ik onder aan de streep gelukkiger ben als we allemaal bij elkaar blijven.”
Te kort
En zijn gezondheid? “Ik drink zelden koffie en alcohol. Ik heb nooit gerookt. Schrijf je dat even op?” Weer die lach.
Dan: “Ik ben sinds dertien jaar helikopterpiloot. Voor mijn brevet moet ik ieder jaar een medische keuring ondergaan. De keuringsarts zei: ‘Tsja, het is eigenlijk allemaal wel goed, op één puntje na.’ Ik zei: ‘Mevrouw, ik weet wat u wilt zeggen, maar zullen we het één jaartje niet zeggen?’
Toen schoot ze in de lach en zei: ‘Laat ik het dan zo zeggen: ‘U bent veertig centimeter te kort.’
Dat vond ik zó lief. Dat klinkt beter dan 25 kilo te zwaar. Ik heb een onregelmatig leven, en een ongezonde eetlust. Ik leek áltijd al op álle baby’s, maar nu helemaal. Maar het staat op mijn lijstje van dingen waar ik mee aan de slag moet. En dan doe ik het ook. Als iets in mijn kop zit, zit het niet in mijn kont.”
Met een apparaatje aan zijn broek meet hij al een paar weken zijn dagelijkse portie beweging, dus het gaat zeker goed komen met zijn gewicht, zegt hij.
Maar het belangrijkste is dat niet. Hij blijft in de eerste plaats dromen van een mooiere wereld. Bevlogen zegt hij: “We staan aan de vooravond van een revolutie. Zie het als een dijk die op doorbreken staat. Het water sijpelt overal. Het kan nog een week duren, of een maand, maar niet meer dan vijf jaar. Dan gaat die dijk om en gaan we over naar een mooiere, leukere wereld. Ik ben ervan overtuigd.”
Curriculum vitae
Ruud Koornstra begon, nadat hij afhaakte van de pabo, een televisieproductiebedrijf. Jarenlang maakte hij de programma’s Lingo en Villa Felderhof. Toen hij zijn bedrijf in 2000 verkocht was hij multimiljonair. Samen met een jeugdvriend en twee achterkleinzoons van Anton Philips richtte hij in 2001 Tendris, een bedrijf dat duurzame producten ontwikkelt. Energiebedrijf Oxxio komt uit de Tendris-koker, evenals de pharox-led-lamp en de Visa Greencard. Tendris is wereldmarktleider in de verkoop van led-lampen. Samen met de Nationale Postcodeloterij en het Wereld Natuurfonds gaf Tendris eind vorig jaar (gratis) 2,5 miljoen ledlampen weg aan Nederlandse gezinnen. In september 2009 verscheen ‘Wat led je?’, waarin Koornstra beschrijft hoe je met een lampje de wereld kunt redden. Koornstra werd twee keer Nederlands Kampioen Helikoptervliegen. Hij is getrouwd en woont met vrouw en drie kinderen in Zutphen.