Al vanaf haar zesde wist boerendochter Lies Vedder dat ze dierenarts wilde worden. Des te frustrerender was het dat ze haar dierenartsenbul eerst niet kreeg omdat ze weigerde proeven te doen op levende dieren. Toen de regels veranderden, studeerde ze alsnog af als dierenarts. Nu werkt ze in haar eigen praktijk als complementair werkend dierenarts.
“De patiënt die ik nooit vergeet is geen dier, maar het vrouwtje daarvan. Ik leerde haar kennen toen ik net begon met mijn praktijk. Deze vrouw had een pup, een rottweiler, die twee weken daarvoor de eerste vaccinatie had gehad. Ze vroeg advies over verdere vaccinaties, want ze voelde weerstand: deze pup is een mooi, gezond, jong leven en dan gaan we hem inspuiten met ‘vreemde’ stoffen. Ik kon met haar meevoelen.”
“Ze wilde wachten met vaccineren, erop vertrouwen dat het goed zou gaan. Zo raakten we aan de praat. Wat is vertrouwen? Hoe voel je dat? En hoe krijg je het? Ze vertelde dat ze paranormale gaven had, die ze gebruikte voor mensen die op haar pad kwamen. Ze voelde dat ze geleid werd in alles wat ze doet en energie doorgeeft die ze krijgt. ‘Ik ben een instrument, maar ik ben niet degene die het doet’, zei ze. Ze gaf de hulp alleen dóór. Ik luisterde met verwondering; ik zat erg in mijn hoofd en probeerde alles op te lossen met nadenken en ratio.”
“We kwamen overeen om haar pup pas later, na de tandenwisseling, één keer te vaccineren. Ze had het gevoel dat dit het juiste moment was. Ze liet mij ook iets nieuws ervaren; als ik een dier volgens de dierenartsenmethode onderzoek, worden mijn handen gemakkelijk naar de plek geleid waar het probleem zit. Sterker nog, vaak duwt een dier dat lichaamsdeel tegen mijn handen aan.”
“Het consult met deze vrouw over haar pup heeft mijn zienswijze op mijn vak enorm beïnvloed. Zij leerde mij dat ook ik erop mag vertrouwen dat ik hulp en inzicht krijg als ik erom vraag. Ik ben niet religieus opgegroeid, maar ik zie het wel als hulp van ‘boven’. Als ik een moeilijke patiënt heb, vraag ik om hulp en voel ik dat ik die krijg. Die hulp is echt verrassend: dat je met een diergeneeskundig probleem worstelt, een boek pakt en die openslaat op de juiste bladzij met het antwoord. Of dat je ’s morgens wakker wordt met de oplossing in je hoofd. Ik leerde van haar nederigheid, door te beseffen een instrument te zijn dat hulp mag doorgeven. Het relativeert: alsof wij binnen dit aardse speelveld een beetje mogen spelen.”
“Het voelt alsof ik een ander deel van mijn hersenen ben gaan ontwikkelen dat ik nooit gebruikte. De studie tot dierenarts schoolt je wetenschappelijk en leert je het rationele deel van je hersenen te gebruiken. Daar is de intuïtieve kant bij gekomen, een ‘innerlijk’ weten. Heel belangrijk binnen de diergeneeskunde, want je kunt een dier niet vragen wat het mankeert. Ik ben blij dat zij me geholpen heeft op dit pad te komen: zó voelt het goed om te werken. Werken vanuit vertrouwen, al blijf je natuurlijk altijd verantwoordelijk voor je keuzes en handelen.”
“Toen ze bij me kwam, was de pup acht weken oud, een perfect jong dier. Eigenlijk zijn alle dieren dat. Ook een hond met drie poten of een oud dier dat nog maar weinig kan. Ik hoor mezelf zo vaak tegen een baasje zeggen: fixeer je niet op die ene afwijking van je hond of kat, kijk naar het hele dier, dan is het dier goed zoals het is. Daarbij doe je natuurlijk wel wat je moet en kan doen, je probeert een balans te bewerkstelligen en onnodig lijden te verlichten. Wat dat betreft is er geen verschil met mensen, die ook meer zijn dan hun afwijking. Dieren zijn uiteindelijk net mensen.”
Loes Vedder werkt als complementair werkend dierenarts (specialisatie: klassieke homeopathie) in en rond haar praktijk in Pieterburen.