De toekomst van onze gezondheid zwart en somber? gezondNU sprak met drie toekomstkenners en voorvechters van meer gezondheid in de toekomst en volgens hen wordt het later alleen maar gezonder, mooier en leuker. Adjiedj Bakas, Daniëla Koele en Rudi Westendorp hebben zin in de toekomst.
We worden massaal te dik. Er komt een epidemie aan van alzheimer, diabetes en kanker. We takelen af. De zorg wordt onbetaalbaar en bovendien overgenomen door robots. En de jeugd? Die is niet meer in staat een normaal gesprek te voeren zonder tablet of smartphone. Als je de krant openslaat, lijkt de toekomst van onze gezondheid voornamelijk kommer en kwel. Maar volgens trendwatcher Adjiedj Bakas moeten we dat helemaal niet zo somber inzien. “De geneeskunde en de geneeskundige zorg gaan juist vooruit.”
Er is inderdaad ook positief nieuws. ‘Nederlanders leven steeds langer en gezonder’ kopte het AD in mei naar aanleiding van cijfers van het CBS. Volgens het rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dat in dezelfde maand verscheen, worden Nederlanders in de toekomst slanker.
“Het zijn mooie berichten”, zegt Bakas. “Maar die geven wel een vertekend beeld, omdat het vooral de rijke middenklasse en de elite zijn die minder dik worden. Er zal ook een groep zijn die juist dikker wordt.”
Maar feit blijft dat we over het algemeen steeds gezonder eten. Er waren nog nooit zo veel natuurvoedingswinkels in Nederland en in de grote steden schieten de biologische, duurzame en gezonde horecaconcepten als paddenstoelen uit de grond.
Eilandjespolitiek verdwijnt
Wat Bakas echt een goede ontwikkeling vindt die veelbelovend is voor de toekomst is het feit dat wij steeds meer over ons lichaam leren. Over hoe het werkt en welke organen en lichaamsprocessen met elkaar samenhangen. Zo raken we bijvoorbeeld steeds meer doordrongen van het verband tussen voeding en gezondheid.
Dat is op zich al positief, maar het heeft nog een ander positief gevolg: artsen uit verschillende disciplines gaan meer samenwerken. “Er zijn bijvoorbeeld tandartsen die overleg plegen met cardiologen, omdat we weten dat je op latere leeftijd een grotere kans op hart- en vaatziekten krijgt wanneer je verstandskiezen op een verkeerde manier zijn getrokken. De eilandjespolitiek van medisch specialisten verdwijnt. Ze kijken over de grenzen van hun eigen discipline heen. Dat zorgt voor betere diagnoses en een snellere behandeling.”
Maar dat is niet alles. Volgens Bakas kijken specialisten in de toekomst ook steeds meer voorbij de grens van de reguliere medische wetenschap. De kloof tussen alternatieve en reguliere geneeskunde wordt kleiner. Hij merkt het bij zijn eigen ziekenhuis. “Ik kreeg pillen voor hoge bloeddruk, maar daar kreeg ik allerlei bijwerkingen van. Na verschillende pillen te hebben geprobeerd, raadde een medisch specialist mij aan mijn licht op te steken bij een energiecoach die patiënten behandelt met een combinatie van licht- en kruidentherapie. Die energiecoach werd tot een paar jaar geleden absoluut nog niet serieus genomen door de reguliere geneeskunde. Nu zien steeds meer medisch specialisten in dat zijn aanpak bij sommige mensen wel degelijk zin heeft. Ik was in ieder geval binnen een paar weken zonder pillen van mijn hoge bloeddruk af. De geneeskunde wordt steeds holistischer. Dat vind ik een mooie ontwikkeling.”
Einde dementie-epidemie
De geneeskunde gaat inderdaad alleen maar vooruit, zegt ook hoogleraar ouderengeneeskunde Rudi Westendorp. Daardoor zijn ziektes steeds beter te behandelen en zijn wij in staat tot op steeds hogere leeftijd gezond te blijven.
Maar die epidemie van welvaartsziekten dan? We eten toch allemaal te vet en hebben te veel stress, waardoor we hart- en vaatziekten krijgen?
“Valt reuze mee”, zegt Westendorp. “De kans om op middelbare leeftijd een hartinfarct te krijgen is in de afgelopen twintig jaar met tachtig procent afgenomen en daalt nog steeds. Dat komt door allerlei factoren. De zorg is verbeterd, maar we zijn ook beter gaan eten en minder gaan roken.”
En alzheimer? Het aantal mensen met dementie zal in 2050 toch verdubbeld zijn? “Fout”, zegt Westendorp. “Het einde van de dementie-epidemie is in zicht. We weten steeds beter wat de risicofactoren zijn. Zo weten we bijvoorbeeld dat er een verband is tussen dementie en hoge bloeddruk. Mensen van middelbare leeftijd met een hoge bloeddruk hebben drie keer zo veel kans om dertig jaar later alzheimer te krijgen als mensen zonder hoge bloeddruk. Recent onderzoek wees uit dat de kans om op hoge leeftijd dementie te ontwikkelen na het jaar 2000 veel lager is dan bij mensen die vóór 2000 oud werden. Op hersenscans was na de eeuwwisseling veel minder schade door aderverkalking te zien. Er zullen steeds minder mensen dement worden, doordat we de risicofactoren kunnen ondervangen.”
Empathische kinderen
En de jeugd? Hoe zit het daarmee? Worden de kinderen van nu niet allemaal autistische volwassenen die alleen maar via korte berichten en mobiele apparaten met elkaar kunnen communiceren? Als het aan sociaal-emotioneel trainer en journalist Daniëla Koele ligt niet. De kinderen van de toekomst zijn empathisch, assertief, weerbaar, in staat hun gevoelens onder woorden te brengen en om te gaan met frustraties. Koele is bezig Conscious Discipline naar Nederland te halen, een programma dat kinderen al op jonge leeftijd in staat stelt zich sociaal-emotioneel sterk te ontwikkelen. In Amerika is het boek Easy to Love, Difficult to Discipline in 2010 uitgeroepen tot beste opvoedboek van Amerika. In Texas werkt elke basisschool ermee. Koele kwam er toevallig mee in aanraking tijdens een vakantie in Florida, waar ze de eerste leerling van de oprichter leerde kennen. Ze was direct om. Niet veel later rondde zij de opleiding af en werd zij de eerste gecertificeerde Conscious Discipline-trainer van Nederland.
Bewust opvoeden
Omdat Conscious Discipline een sociaal-emotioneel programma is voor leerkrachten, ouders en kinderen, wordt opvoeden ook leuker, zegt Koele. “De methode draait om zelfbewustzijn bij zowel ouder als kind en om het aanleren van nieuwe vaardigheden bij kinderen. Vooral jonge kinderen kunnen vaak nog niet onder woorden brengen wat ze voelen. Een kind dat bijvoorbeeld ‘Ik haat je!’ zegt, wil eigenlijk contact en verbinding en zeggen: ‘Ik vind het niet leuk dat je dit of dat doet.’ Wanneer we als ouder niet direct onze eerste impulsen volgen om te ontkennen of boos te worden, maar zelfbewust en kalm blijven, kunnen we ons kind ook leren zichzelf te reguleren door te zeggen: ‘Je lijkt me nogal boos, er is vast iets gebeurd. Je hoopte dat je nog langer tv mocht kijken.’ Daarmee bied je een kind toegang tot dat deel van zijn brein waarin het in staat is iets nieuws te leren: zijn gevoelens beschouwen én woorden geven aan die gevoelens.”
Zo wordt ieder conflict een kans om kinderen iets nieuws te leren. Je komt steeds minder vaak in een machtsstrijd, ook door de positieve benadering van de methode. Het heeft bij kleine kinderen geen zin om ze hun daden te laten overdenken. Ze kunnen nog niet reflecteren. Het werkt dan veel beter als je zegt: ‘Wat zou jij nu kunnen doen om te helpen?’ Dat is een positieve insteek en tegelijkertijd leert het kind wat behulpzaamheid is.”
Haar droom: alle kinderen van Nederland opvoeden met Conscious Discipline, zodat de kinderen van nu empathische en weerbare volwassenen worden die hun kinderen ook weer bewust opvoeden. “Ik geloof dat de wereld daar mooier van wordt.”
Nintendo
Dat kinderen straks alleen nog maar achter hun Nintendo’s en iPads zitten, valt waarschijnlijk ook mee. En is het eigenlijk wel zo slecht, die computers? Tijdens het Onderwijsfestival 2032, een beurs over onderwijs in de toekomst, waren de sprekers heel wat minder negatief over de uren die kinderen achter hun scherm doorbrengen. Zij leren daarvan namelijk vaardigheden die ze in de toekomst nodig zullen hebben. Programmeren bijvoorbeeld. Over vijf jaar zullen er al negenduizend niet-invulbare vacatures zijn door een tekort aan programmeurs. Laat staan wat voor tekorten dat zullen zijn in 2050. Zonder de vaardigheden die zij spelenderwijs leren, missen kinderen straks de boot.
Data-analist
Het onderwijs zal ook op een andere manier een bijdrage gaan leveren aan meer gezondheid in de toekomst, denkt Bakas. “Lessen over de relatie tussen voeding en gezondheid zie ik niet zo snel gebeuren. Docenten zijn al overbelast. Maar docenten- en artsenopleidingen zullen bijvoorbeeld wel steeds meer over voeding gaan doceren. Nu zijn dat maar een paar uurtjes in het curriculum.”
Technologische vooruitgang is een andere ontwikkeling die Bakas positief stemt. In 2011 ontwikkelde Stanford University een computersysteem dat een stuk weefsel onderzoekt en een snelle en accurate diagnose kan geven voor borstkanker. Sneller en accurater dan een patholoog die de tumor onder een microscoop beoordeelt. Het computerprogramma leert bovendien van de onderzochte tumoren en kan daardoor nieuwe factoren vaststellen die effect hebben op kanker. Bakas: “De arts van de toekomst is een data-analist. Computers kunnen in de toekomst een deel van de taken van artsen en specialisten overnemen door grote hoeveelheden data met elkaar te vergelijken. IBM is daar heel ver mee. Hun supercomputer Watson scant ingevoerde medische gegevens en combineert die met informatie uit miljoenen pagina’s medische artikelen, boeken en behandelrichtlijnen. Geen enkele mens is in staat zo veel informatie te doorzoeken. En al helemaal niet in een paar seconden. Dit soort datavergelijking zorgt voor een snellere, betere en betrouwbaardere diagnose en redt dus levens.”
Heft in handen
Ook de gezondheidszorg zal veranderen door technologie. Volgens Bakas zullen er steeds meer leefstijlafhankelijke zorgpremies komen. Dat hoeft helemaal niet negatief uit te pakken, zolang we de nadruk leggen op positieve motivatie. Hoe werkt dat dan? “Ik ben bijvoorbeeld in de supermarkt en gooi een bakje gezouten cashewnoten in mijn mandje. Mijn smartwatch pikt dat op en stuurt mij een bericht dat mijn premie omlaag gaat als ik de ongezouten noten neem. Natuurlijk moeten we blijven praten over ethiek en privacy, maar ik denk dat het een positieve stimulans kan zijn voor mensen om hun gezondheid in eigen hand te houden.”
Bakas liet onlangs zijn gezondheid in kaart brengen door middel van een scanapparaat. De laatste jaren werden bodyscans razend populair. Steeds meer mensen willen weten of ze gezond zijn en of zij aanleg hebben voor bepaalde ziekten. Bakas ook, want dan kan hij daarop anticiperen. “Ik weet nu bijvoorbeeld dat ik een vergrote kans heb om alzheimer te ontwikkelen rond mijn tachtigste. Ik kan nu al maatregelen treffen om die kans zo veel mogelijk te verkleinen. Ik denk dat het patiënten autonomer maakt. Je kunt zelf het heft in handen nemen voordat een ziekte toeslaat.”
Ommekeer
Dat de patiënt in de toekomst autonomer wordt, zegt ook Westendorp. “We transformeren van afwachtende, afhankelijke patiënten tot mensen die zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen gezondheid. De afgelopen decennia werden we steeds eerder ziek verklaard”, zegt hij. “Daardoor voelen we ons op steeds jongere leeftijd steeds ouder en gedragen ons ernaar. Hoeveel ouderen met wat gebreken houden niet op met leven, terwijl ze nog van alles kunnen?”
“Het is een cultuuromslag. Ik heb vijfentwintig jaar lang de gezondheid van mijn patiënten als mijn verantwoordelijkheid beschouwd”, zegt hij. “Dat kan natuurlijk nooit. Ik zie een patiënt misschien eens per halfjaar. Wie is er die andere 363 dagen verantwoordelijk voor zijn gezondheid?”
De burger van de toekomst voelt dus verantwoordelijkheid voor zijn eigen leven en zijn eigen gezondheid. Die ommekeer is al aan de gang, zegt Westendorp. “Je ziet het bij diabetes. In mijn begintijd als arts was insuline zo gevaarlijk dat alleen de dokter het mocht toedienen. Tegenwoordig meten en spuiten patiënten zelf. Ik vermoed dat dat in de nabije toekomst hetzelfde zal gaan met hoge bloeddruk. Nu zeggen mensen nog: ‘Ik ben onder controle. Mijn arts bewaakt mijn bloeddruk’, wat natuurlijk bizar is, want wie let er al die andere dagen op je bloeddruk?”
Eigen kracht
Volgens Westendorp gaan we dus toe naar een positieve geneeskunde op basis van kracht. Het gaat langzaam, maar het gebeurt al om ons heen. De directeur van het Amphia Ziekenhuis in Breda wil mensen zo min mogelijk in bed laten liggen en ze minder afhankelijk maken. Waarom zou je moeten wachten tot de verpleging je koffie komt brengen wanneer je zelf prima kunt lopen? Of neem een initiatief als Buurtzorg van Jos de Blok: thuiszorg die uitgaat van de eigen kracht en zelfstandigheid van mensen.
Ook in Denemarken, waar hij sinds enkele maanden werkzaam is aan de Universiteit van Kopenhagen, ziet hij wat die positieve geneeskunde kan doen voor mensen: “Mannen die na hun tachtigste hun vrouw verliezen, hebben een forse kans om in de versukkeling te raken en te overlijden. In Nederland gaan die mannen over het algemeen naar een verzorgingshuis, omdat ze niet voor zichzelf kunnen zorgen. In Denemarken pakken ze dat heel anders aan. Daar staat de revalidatie direct na het overlijden van de echtgenote op de stoep. Die mannen gaan zes weken lang elke dag naar een revalidatiecentrum. Daar krijgen ze geestelijke bijstand en leren zij voor zichzelf te zorgen: koken, strijken. Wat denk je dat er met die mannen gebeurt? Na zes weken gaan zij echt niet zitten wachten op tafeltje-dek-je. Dan zijn ze zelfstandiger en krachtiger dan ooit.
In de toekomst worden we dus steeds ouder en blijven we gezonder oud. Dat maakt ons bovendien gelukkigere mensen. En het mooie is: Die toekomst is al begonnen.”
Deskundigen
– Adjiedj Bakas, trendwatcher
– Daniëla Koele, sociaal-emotioneel coach, journalist en Conscious Discipline-trainer
– Rudi Westendorp, hoogleraar ouderengeneeskunde