Waarom kan bijna niemand stoppen met eten na één handje chips? Omdat voedselfabrikanten alles uit de kast halen om ons zo veel mogelijk van hun ongezonde producten te laten eten. Michael Moss, onderzoeksjournalist van de New York Times schreef er het boek Salt Sugar Fat over. “Zout, suiker en vet zijn wapens die de industrie inzet om ons steeds terug te laten komen voor meer.”
Wat was de aanleiding voor je onderzoek naar suiker, zout en vet?
“In de tijd dat ik bezig was met een artikel over het voedselschandaal rond besmet rundvlees in de VS waardoor honderden mensen ziek werden en een danslerares zelfs blijvend verlamd raakte, zei een van mijn bronnen in de voedingsindustrie tegen me: ‘Hoe verschrikkelijk de gevolgen van die E. coli ook zijn, die bacteriën kwamen per ongeluk in dat vlees terecht. Je wilt niet weten wat voor stoffen ze expres in ons eten stoppen.’ Zo kwam ik uit op suiker, zout en vet. Die voedingsmiddelen worden aan bijna alle producten toegevoegd om ervoor te zorgen dat wij die producten lekker vinden.”
Je interviewde talloze voedselfabrikanten en wetenschappers en je kreeg inzicht in honderden vertrouwelijke documenten, wetenschappelijke verslagen en interne memo’s. Wat verwachtte je van je onderzoek voordat je eraan begon?
“Ik verwachtte erachter te komen dat de voedingsgiganten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat wij hun producten lekker vinden. Maar ik kwam erachter dat ze nog veel verder gaan dan dat. Ze trekken alles uit de kast om ervoor te zorgen dat wij er zo veel mogelijk van eten. Ze weten feilloos hoe ze ons moeten verleiden.”
Wat doen suiker, vet en zout met ons dat we er zo gek op zijn?
“We zijn genetisch geprogrammeerd om van die stoffen te houden. Het beloningssysteem in onze hersenen werkt nog net zoals in de prehistorie toen die stoffen schaars waren. We krijgen er een prettig gevoel van dat ons aanmoedigt om door te gaan. Het probleem is dat we geen tijd hebben gehad ons aan te passen aan de huidige tijd waarin we voortdurend omgeven worden door zout, suiker en vet.”
Je zegt in je boek dat de voedselindustrie ons verslaafd maakt. Hoe doen ze dat?
“De industrie doet er alles aan om uit te vogelen hoe ons brein werkt. Ze huren wetenschappers in om uit te zoeken hoe wij neurologisch reageren op bepaalde voedingsmiddelen. In onderzoek naar suiker kwamen zij erachter dat onze hersenen hetzelfde reageren op suiker als op cocaïne. Dat is interessante informatie voor de voedingsindustrie. Wat ook kostbare informatie is: bij de juiste verhouding suiker en vet herkennen onze hersenen calorieën niet meer. We krijgen geen vol gevoel, dus stoppen we niet met eten. Tegelijkertijd geeft de combinatie van suiker en vet een signaal aan onze hersenen om dóór te eten. Vandaar dat je ook nooit een handje chips kunt nemen. De zak gaat helemaal leeg als je er eenmaal aan begint.”
Wordt er in de industrie zelf ook over verslaving gesproken?
“Nee, de voedingsbedrijven zelf nemen het woord niet in de mond, om associatie met de tabaksindustrie te vermijden. Zij hebben het intern over ‘hunkering’ en ‘more-ishness’, het gevoel dat je meer van een product wilt eten. ‘Bliss point’ of ‘verrukkingspunt’ is ook een mooie term. Het is de precieze verhouding tussen voedingsstoffen bedoeld om ons in de zevende hemel te doen belanden als we een hap nemen. De terminologie is veelzeggend. Een ander voorbeeld: Coca-Cola noemt haar grootste fans geen ‘consumenten’ of ‘fans’ of iets in die trant, maar spreekt van ‘heavy users’, oftewel ‘zware gebruikers’.”
Wat heeft je tijdens je onderzoek het meest verbaasd?
“Dat de industrie niet alleen ons, maar ook zichzelf verslaafd gemaakt heeft. Hun niet-aflatende drang om de grootste aantrekkelijkheid te bereiken tegen de laagste prijs drijft hen steeds opnieuw naar zout, suiker en vet. ‘De kroonjuwelen’ noemde iemand in de industrie ze.”
Waarom kan de industrie niet meer zonder?
“Suiker, vet en zout zijn een goedkoop substituut voor duurdere ingrediënten. Suiker vervangt bijvoorbeeld kostbaardere ingrediënten zoals tomaten in ketchup. Ook vetten zijn onmisbaar geworden. Ze zijn goedkoop, verbeteren het mondgevoel en zorgen ervoor dat mensen overeten. Bovendien houdt vet producten langer houdbaar. En zout, nauwelijks duurder dan water, beschikt over miraculeuze krachten om de verleiding van voedingsmiddelen te vergroten. Wat ik altijd een mooi voorbeeld vind, is mijn bezoek aan Kellogg. Zij maakten speciaal voor mij een zoutloze variant van hun Cheez-Its. Die vind ik gewoonlijk heel lekker, maar ze waren vreselijk vies. Ze bleven in mijn mond plakken. Ik kon ze amper doorslikken. Een andere variant, ik geloof dat het cornflakes waren, smaakte naar metaal. Net alsof er een vulling in mijn mond was losgekomen.”
Worden er in de industrie geen pogingen ondernomen minder suiker, vet en zout te gebruiken?
“Jawel. Vanuit gezondheidsoogpunt zijn er verschillende pogingen ondernomen om producten gezonder te maken. Maar die bedrijven worden dan teruggefloten door de aandeelhouders. Er moet tenslotte geld verdiend worden. Zout, suiker en vet zijn wapens. De industrie zet die wapens in om ons voortdurend terug te laten komen voor meer, maar ze worden ook ingezet om hun concurrenten te verslaan.”
Heb je weerstand ondervonden tijdens je research? Ik kan me voorstellen dat niet iedereen zo blij was met je nieuwsgierigheid.
“Ik ben er vrij zeker van dat de voedingsgiganten liever hadden gehad dat ik nooit geboren was. Tegelijkertijd hoor ik juist geluiden uit de industrie dat zij het boek eerlijk en accuraat vinden. Het onderzoek is gebaseerd op hun eigen bronnen. Er zijn ook een heleboel mensen in de voedingsindustrie werkzaam die echt graag het juiste willen doen. Zij zijn blij met het boek omdat het hen sterkt in hun pogingen de koers van hun bedrijven bij te sturen.”
Denk je dat er oplossingen zijn? Is er een weg terug?
“Ondanks de dappere pogingen van sommige fabrikanten denk ik dat er voor de industrie geen weg terug is. Er staat te veel op het spel. Ik ben ook niet erg hoopvol gestemd als het gaat om het ingrijpen door de overheid. Althans niet in Amerika. Er spelen te veel en te grote belangen. Ik denk wel dat de overheid een grotere rol kan spelen als het gaat om het aan banden leggen van voedselmarketing. Zeker op het terrein van kindermarketing is er een wereld te winnen.”
Wat hoop je dat dit boek doet?
“Ik hoop dat dit boek lezers laat zien hoe we verleid worden, welke trucs er worden uitgehaald om ons meer te laten eten en hoe ons voedsel wordt gemanipuleerd. Als je dat allemaal weet, is het veel makkelijker om in de supermarkt gezondere keuzes te maken en bijvoorbeeld niet te kiezen voor een pastasaus uit een pot, maar hem zelf te maken van tomaten, ui, wat kruiden en een klein snufje zout. Ik hoop dat dit boek mensen bewust maakt van voeding en het belang van goede voeding. En van het feit dat wíj degenen zijn die beslissen of we een product wel of niet kopen. Misschien dat dat bewustzijn op termijn ook de voedingsbedrijven zal dwingen gezondere producten op de markt te brengen.”
Deskundige:
Michael Moss is onderzoeksjournalist van The New York Times en won de Pulitzerprijs voor zijn artikel over het besmette vlees van hamburgers waardoor honderden mensen ziek werden en een danslerares blijvend verlamd raakte. Sinds 2000 schrijft hij regelmatig voor de krant en het meer literaire The New Yorker, waarbij hij zijn interesse steeds meer richt op de voedselindustrie.