Het zal de eerste ontmoeting worden waarbij een professor een doos bonbons op tafel zet en er plotsklaps een stilte valt waar het smachten vanaf druipt. En wat heeft die chocolade gemeen met een game- of socialmediaverslaving? Een ontmoeting tussen verslavingsexpert prof. Reinout Wiers en ‘digitale opvoeder’ Justine Pardoen.
Zij: taalkundige dr. Justine Pardoen van Bureau Jeugd en Media startte in 1996, met de opkomst van internet, Ouders Online op. Een platform over mediagebruik en digitaal opvoeden. Justine schreef het boek Focus!, waarin ze uitlegt waarom gamen en social media zo verslavend zijn voor jongeren en hoe ouders daarmee kunnen omgaan.
Hij: Reinout Wiers, hoogleraar ontwikkelingspsychopathologie aan de Universiteit van Amsterdam, onderzoekt wat verslaving met ons brein doet en wat je kunt doen om van deze verslaving af te komen. Hij schreef het boek Grip op je problemen en ontwikkelde met zijn onderzoeksgroep op de universiteit een gratis online training (impliciet.eu) tegen verslavingen, angst en depressie.
Waar: op het kantoor van Reinout Wiers bij de Universiteit van Amsterdam.
Klik of clinch: zeker een klik. Justine kan niet wachten en zou het liefst meteen met Reinout samenwerken.
Gebke: Op de achterbank in de auto praat mijn zoon (12) met een vriendin in geheimtaal. Het gaat over golden pickaxes, obsidiaan, the nether, ender dragon, the void, blocks, craft table. Ze hebben de grootste lol, maar hadden net zo goed Chinees kunnen praten, want ik begrijp er geen drol van. Ik word er een beetje kribbig van. Deze Minecraft-wereld die ik niet begrijp slokt mijn zoon soms op en verandert mijn lieve, zachtaardige knul bij tijd en wijle in een onbereikbaar monster dat om het minste of geringste kan ontploffen. Halverwege het ontbijt begint hij tegenwoordig alvast af te ruimen. Alles om maar een paar minuten extra te kunnen gamen.
Manlief en ik hebben paal en perk gesteld: een uur gamen op een vast tijdstip per dag is de max. We hebben geprobeerd uit te leggen dat het lijkt alsof hij een beetje verslaafd is. Alhoewel dat op een storm van protest stuitte, heeft het duidelijk grenzen stellen wel geholpen. We hebben onze vertrouwde lieve knul terug, die zich prima aan de afspraken houdt, trots is dat hij online bouwbattles wint en op mijn verzoek begonnen is met het bouwen van een villa met Minecraft die precies bij mijn persoonlijkheid past. Nou, het keukenontwerp zag er jaloersmakend uit!
Naar aanleiding hiervan ben ik benieuwd wat gamen en social media met het tienerbrein doen. Hoe kun je als ouders zorgen dat je kind (en jijzelf!) op een gezonde manier omgaat met al die digitale ontwikkelingen en niet continu door de telefoon – appjes, mails en Facebook – opgeslokt wordt. Justine Pardoen, expert op het gebied van mediaopvoeding, weet hier alles van. Haar gedroomde gesprekskandidaat is prof. Reinout Wiers, gespecialiseerd in verslaving en het brein. We ontmoeten elkaar op zijn kantoor, waar een mengelmoes van jasmijnthee en klassieke muziek je tegemoetkomt.
Reinout: “Vind je het erg als er muziek aanstaat?”
Justine: “Ik vind het wel afleiden, ja. Veel jongeren vinden het trouwens heerlijk om met muziek aan te leren. Dat levert thuis nog weleens discussie op. Onderzoek laat echter zien dat tieners feilloos aanvoelen bij welke muziek ze goed huiswerk kunnen maken. Het ritme van die liedjes ligt meestal net iets hoger dan hun eigen hartslag. Dat stimuleert het brein en daardoor leer je makkelijker. Als je dat nou weet, dan is er niets leuker dan zelf online afspeellijsten samen te stellen die bij jouw hartslag passen. Via apps kun je je eigen hartritme meten. Super toch?”
“Maar Reinout, jij zult je wel afvragen waarom ik jou wil ontmoeten. Nou, ik ben ooit bij een lezing van jou geweest en ik hing aan je lippen. Dat gebeurt niet vaak! Ik hoorde iets wat ik nooit eerder had gehoord: je had het over het werkgeheugen en dat je dit kunt trainen om van een verslaving af te komen. Kijk, toen had je mij te pakken.”
Reinout: “Dat werkgeheugen speelt een belangrijke rol bij het plannen en organiseren van werkzaamheden én bij het onder controle houden van impulsief gedrag. Bijna elke verslaving begint met impulsief gedrag. Hoe sterk die invloed is, kwam uit oudere onderzoeken nooit zo naar voren. Steeds was de conclusie dat de keuze ‘gezond of ongezond’ vooral gemaakt werd op basis van rationele afwegingen. Maar wie waren de proefpersonen van die oudere onderzoeken? Praktisch altijd studenten, die over het algemeen een prima werkgeheugen hebben. Verricht je diezelfde onderzoeken onder mensen met een minder sterk werkgeheugen, dan zijn de uitkomsten compleet anders! Ineens is impulsief gedrag veel meer leidend bij het maken van keuzes. Samengevat, een goed werkgeheugen beschermt je dus tegen het maken van impulsieve, ongezonde keuzes en verkleint daarmee de kans op verslaving.”
“Het mooie is dat werkgeheugen laat zich trainen. Het valt of staat niet per definitie met een hoge mate van intelligentie. Nadeel? Het trainen van je werkgeheugen kost tijd en oefening. Maar als je er jong mee begint op de basisschool, betaalt die investering zich later vaak terug. Zo laten onderzoeken zien dat zelfcontroletraining in de onderbouw van het basisonderwijs ook nog effect heeft als kinderen twaalf, dertien zijn. Ze gaan minder snel roken, drinken of aan de drugs. Elk jaar uitstel op dat gebied is pure winst voor je gezondheid.”
Justine: “Waarom weet iedereen dit dan nog niet?”
Reinout: “Ik heb geen idee. Het is niet dat ik dit voor mezelf houd. Integendeel! En de training voor kinderen op de basisschool is ook niet ingewikkeld. Het is geduld leren opbrengen, het kunnen uitstellen van je eigen behoefte door heel simpel kinderen bijvoorbeeld aan te leren dat ze eerst een tijdje met hun hand in de lucht moeten zitten voordat ze aan de beurt zijn. Daarmee train je zelfcontrole. Het gaat feitelijk om kleine veranderingen, waarvoor kinderen beloond worden als het goed gaat. Het werkt fantastisch. Ik ben weleens op een school geweest voor kinderen met ADHD (meestal niet de kalmste kinderen) waar ze op die manier lesgeven en dat was een van de rustigste scholen waar ik ooit ben geweest. Er heerste totale stilte. De training zorgt trouwens ook jaren later nog voor minder agressie op het schoolplein.”
Justine: “Stilte. Dat hoor je nauwelijks nog op scholen. Voor mij was dat een van de redenen om mijn kinderen naar de vrije school te doen. Het gaat er daar zo anders aan toe. In december bijvoorbeeld zijn alle gangen donker, op hier en daar een kaarsje na. Kinderen leren zo dat je niet moet rennen, dan gaan de kaarsen uit of vliegt de school in de fik. Mijn partner en ik vochten indertijd om de kinderen naar school te brengen, het was ook voor jezelf zo’n lekkere start van de dag. Dit soort rituelen trekken je helemaal in het hier en nu. Het is ook een manier om prikkels in te dammen. Ook op digitaal vlak kiezen de vrije scholen bewust om kinderen niet meteen te overladen met nieuwe media, maar dat gedoseerd door te voeren. Pas in groep acht mochten mijn kinderen zelfstandig met de computer aan de slag op school. Juist omdat de vrije scholen hierin vrij behoudend zijn, lopen ze in feite voor.”
Reinout: “Het is ontzettend belangrijk om vroeg duidelijk grenzen te stellen als het op verslavende gewoontes aankomt. Daarom heb ik ook jarenlang, tot een Tweede Kamercommissie aan toe, gepleit voor een duidelijke leeftijdsgrens bij alcohol van achttien jaar. Hoe jonger je begint, hoe hardnekkiger een verslaving meestal wordt. Als je de grens op zestien jaar stelt, begint het merendeel ook voor zestien. Zo simpel is het. Wat drank, drugs en tabak betreft kun je ook heel duidelijk zijn: dat is áltijd slecht voor je. Niet doen! Maar gamen, snoepen, seks en social media zijn niet goed of slecht, gezond of ongezond. Nee, het kan ontzettend fijn, leuk en lekker zijn, mits je er goed mee leert omgaan. Ook dan is het goed om al vroeg grenzen te stellen. Niet pas als een kind twaalf is en alleen nog maar wil gamen, maar veel eerder. Je moet goed leren omgaan met digitale ontwikkelingen en dat kan niet als meteen alles mag en alles mogelijk is. Als je als ouders duidelijk grenzen stelt, is je kind later ook beter in staat zelf grenzen te trekken.”
Gebke: “Het is dus net als met seksuele voorlichting. Als je daar pas met tien jaar mee begint, ben je te laat, aldus deskundigen.”
Reinout: “Precies. We hebben op de universiteit diverse trainingen ontwikkeld om impulsief gedrag onder controle te krijgen. Wacht even.”
Reinout rommelt in een bureaulade en tovert met een grote zwaai een doos bonbons op tafel, waarop Justine en ik elkaar aankijken en weten dat we hetzelfde denken.
Justine: “Dat moet je nou niet doen. Als ik zelf zoiets in huis haal, eet ik het ’s ochtends vast op. Dan hoef ik er tenminste niet meer aan te denken.”
Reinout: “Alcoholisten hebben dat ook met drank. Jij stort je nu niet op die bonbons, omdat je je impuls weet te controleren. Alcoholisten lukt dit in veel gevallen niet. We hebben een game ontwikkeld waarbij je het beeld van een glas bier of een ander genotsmiddel groter kunt maken door een joystick naar je toe te halen. Zware drinkers en alcoholisten hebben sterk de neiging om die joystick snel naar zich toe trekken als ze drank zien. Vervolgens leren ze via de game om die neiging uit te stellen door de joystick van zich af te duwen. Zonder aan directe verleidingen bloot te staan train je op die manier om niet toe te geven aan dat eerste impulsieve gedrag. En dat is exact wat kinderen ook moeten leren bij het goed omgaan met alle digitale mogelijkheden.”
Gebke: “Je herprogrammeert het brein met die game?”
Reinout: “Ja, een heel specifiek deel van de hersenen dat te maken heeft met impulsen. In combinatie met de klassieke behandeling zoals cognitieve gedragstherapie zorgt dat bij alcoholisten voor minder terugval. Het verschil na een jaar lang training en therapie is zo’n tien procent. Dat is heel wat binnen de verslavingszorg. Vergis je niet, je moet over enorme wilskracht beschikken om te kunnen breken met verslaving.”
Justine: “En dat, wilskracht, is een ondergeschoven kindje in ons land. Neem het onderwijs. Dat richt zich steeds meer op ‘talentontwikkeling’ en ‘excelleren’. Maar wat heb je aan een hoogbegaafd kind als hij geen idee heeft wat hij met zijn eigen intelligentie aan moet? Wilskracht en doorzettingsvermogen brengen je veel verder dan alleen talent.”
Gebke: “Wat heeft dit te maken met gamen en social media?”
Justine: “Zelfbeheersing, niet toegeven aan prikkels van games en social media, is heel moeilijk voor het tienerbrein. Dat vergt veel wilskracht. De hersenen van jongeren zijn juist uit op prikkels en verbinding aangaan met leeftijdsgenoten. Daar zijn social media perfect voor. Als je echter een duidelijk doel hebt, helpt dat om minder snel afgeleid te raken door al dat leuks. En dat is exact het probleem van deze tijd. Er valt zo veel te kiezen dat jongeren (en óók volwassenen) verzuipen in de mogelijkheden en eigenlijk geen duidelijk doel hebben. Bovendien valt er online goed geld te verdienen, ook zonder diploma. Dus waarom zou je je school afmaken?”
Gebke: “Pubers motiveren is toch sowieso heel lastig?”
Justin: “Welnee! Als je met ze praat, écht met ze praat, blijkt dat ze ook gewoon hoge cijfers willen halen en in een keer willen slagen voor hun eindexamen. Ze willen graag gezien worden en zich gewaardeerd voelen door hun ouders en favoriete leraar. Als gamen of social media daarbij in de weg staan, is het niet handig om die te verbieden. Stel je kind liever de vraag: wat is jouw doel en wat kan ik doen om je te helpen dat te bereiken?”
Reinout: “Het is ook ingewikkeld, juist omdat gamen en social media niet alleen maar goed of slecht zijn. Kinderen moeten best veel in huis hebben om de goede keuzes voor zichzelf te kunnen maken. Ouders helpen door duidelijk te zijn. Geen telefoons en tablets mee naar boven als je naar bed gaat, is wat mij betreft een belangrijke. Niemand slaapt lekker als er continu een stroom van appjes binnenkomt. En juist slecht slapen is een risicofactor om te gaan roken, drinken of drugs gebruiken. Slaapgebrek (pubers hebben zo’n negen uur slaap per nacht nodig, red.) werkt bovendien depressiviteit en angst in de hand. Je kunt minder goed je aandacht vasthouden en je focussen op schoolwerk. Dus telefoons en tablets blijven beneden. Dat geldt voor iedereen! Ook voor pa en ma. Je kunt niet verwachten dat je kind van zijn telefoon afblijft als je zelf continu aan het facebooken bent of je mail checkt. Goed voorbeeld doet goed volgen. Jongeren moeten daarnaast weten dat ze überhaupt de keuze hebben om hun telefoon uit te zetten. Dat kun je oefenen door bijvoorbeeld een challenge aan te gaan met een telefoonvrij weekend. Ervaar maar eens wat dat met je doet. Dat wil niet zeggen dat je kind nooit verslaafd raakt. Daarbij spelen veel factoren een rol, waarop je als ouders niet altijd grip hebt. Temperament bijvoorbeeld. Er zijn mensen die altijd uit zijn op een kick en die zijn meestal verslavingsgevoeliger.”
Justine: “Daarnaast heb je ook nog zoiets als genen. Als alcoholisme in de familie voorkomt, sta je toch met 1-0 achter. Wat hoe dan ook belangrijk is, is bewustwording. Wat doet drank met mij? Wat voor invloed heeft mijn telefoon op mij? Kan ik eigenlijk nog wel zonder internet? Ik vraag jongeren met regelmaat of ze hun telefoon nog weleens uitzetten en gewoon helemaal alleen zijn met hun gedachten en ideeën. ‘Onder de douche’, krijg ik dan terug. Een enkeling zet hem uit op de fiets. Maar in veel gevallen blijft de telefoon zelfs tijdens seks aan staan. Daardoor ontgaat je veel.”
Reinout: “Er was onlangs een experiment op een festival waarbij een deel van de proefpersonen hun telefoons vrijwillig uitzette. Die mensen waardeerden de muziek meer dan degenen die hun telefoon aan hadden staan. Het experiment is bekritiseerd omdat deelnemers zelf mochten kiezen of ze hun telefoon uitschakelden of niet. Tegelijkertijd komen de conclusies wel overeen met uitkomsten van vergelijkbare experimenten. Ze laten zien dat als je hersenen bezig zijn met je telefoon, je klaarblijkelijk niet volledig in de muziek kunt opgaan.”
Justine: “Precies, je bent afgeleid. En als die telefoon en tablet altijd maar aan staan, is je brein altijd alert op appjes, mails en games. Je beleeft de wereld ook anders als je die alleen nog maar door de camera van je telefoon bekijkt. Oorlogsfotografen zeggen wel dat ze hun werk alleen hebben kunnen doen doordat ze door de camera keken. De lens schept letterlijk een afstand tot je gevoelsleven. Dat doet die telefoon ook. Weten wat jij wilt, wat je voelt, wordt daardoor nog ingewikkelder. Dat zijn essentiële vragen, waardoor je uiteindelijk de keuzes kunt maken die goed zijn voor jou. Bovendien, als je weet wat je wilt en wat bij je past, geeft dat een duidelijk doel. De kans dat je telefoon of tablet dan met jou aan de haal gaat, is minder groot. En daar gaat het om: dat jij de regie over je leven voert. Wees geen slaaf van je telefoon of tablet.”
Gebke: “Toch maar die telefoon verbieden dan?”
Justine: “Zo werkt dat niet. Pubers moeten tot hun eigen conclusies komen en daarbij helpt het als je vader of moeder de juiste vragen stelt. Echte vragen, die je niet alleen kunt beantwoorden met ‘ja of nee’ of ‘goed of slecht’. Vragen die je aan het denken zetten over jezelf: wat wil ik, hoe zit dat bij mij, waarom doe ik dit nu, wat voor invloed heeft dat op mij, wil ik dat wel? Al je echte vragen stelt, krijg je ook echte antwoorden. Misschien niet meteen, maar mijn ervaring is dat de antwoorden altijd komen.”
Waarom social media zo verslavend zijn
Jongeren maken het liefst huiswerk met alles aan. Muziek, whatsapp, YouTube. Puberhersenen zijn dol op multitasken. Het is niet iets waar jongeren zomaar vanzelf mee stoppen. Elk geluidje van de tablet of telefoon kan iets leuks of nieuws opleveren. Die prikkel verscherpt de waakzaamheid van het brein. Als die alertheid vervolgens ook nog wordt beloond met een grappig bericht of een slim weetje, gaat het beloningscentrum in de hersenen aan én komt dopamine vrij. Dat levert een lekker gevoel op. Dat is ook de reden waarom met name social media zo verslavend zijn.
Deskundigen vergelijken het met het verslavend effect van een gokkast. Je weet dat er iets komt, maar niet wat en wanneer. En juist de onzekerheid over wanneer de beloning volgt, is voor je hersenen en met name het puberbrein uitermate verslavend. Het beloningscentrum is in de tienerjaren bovendien extra gevoelig hiervoor. ‘Volwassen hersenen’ hebben geleerd zichzelf te beheersen en niet meteen te reageren op mailtjes, appjes of twitterberichten. Dat is voor pubers heel lastig. Ze kunnen met hun verstand weliswaar beredeneren dat het misschien niet slim is om te instagrammen als je morgen een wiskunde proefwerk hebt, maar de beloning met dopamine weegt daar niet tegenop.
Daarnaast zijn social media belangrijke kanalen waarmee jongeren onderling contact onderhouden. Het puberbrein is enorm gericht op die buitenwereld en de verbinding aangaan met leeftijdsgenoten. Dat niet doen kan een gevoel van je buitengesloten voelen voeden. Dat doet soms letterlijk pijn.
(bron: Focus! Over sociale media als grote afleider)
Stel echte vragen
Het is heel belangrijk dat kinderen zelf oplossingen voor hun problemen leren bedenken tijdens de puberteit en dat je als ouders niet alles gaat invullen. Maar hoe doe je dat? Door echte vragen te stellen. Wat zijn echte vragen?
- Vragen waarvan het antwoord niet op internet te vinden is
- Vragen waarop je zelf geen antwoord weet
- Vragen waarop het antwoord nooit alleen maar goed of fout is
- Vragen die niet verwijtend bedoeld zijn, maar onderzoekend
- Vragen waarbij een kind bij zichzelf te rade moet gaan (wat vind ik, wat wil ik)
- Vragen die niet alleen met ‘ja’ of ‘nee’ te beantwoorden zijn
- Vragen waarbij je zelf geïnteresseerd bent in het antwoord
(bron: Focus! Over sociale media als grote afleider)
Meer weten
Focus!, Justine Pardoen, ISBN 978 90 885 03 863, € 14,90
Grip op je problemen, Reinout Wiers, ISBN 978 90 351 396 95, € 9,95
- ouders.nl
- impliciet.eu
- mediaopvoeding.nl
- bureaujeugdenmedia.nl