Ze zijn verslavingsdeskundigen, hebben een vleugje rock-’n-roll en zijn beiden niet bang om tegen politieke en economische belangen in te gaan. Vandaag ontmoeten longarts Wanda de Kanter en psychiater Bram Bakker elkaar. Redacteur Gebke Verhoeven praat met hen over verslaving, geluk en gezondheid.
Wie zijn zij? Ze trad op in een doodskist, deed mee aan het tv-programma Nederland Stopt NU en twittert veelvuldig over stoppen met roken. Verbieden, dát hoeft niet, maar als het aan longarts Wanda de Kanter ligt, verdwijnt de sigaret wel uit ons straatbeeld. Daarin vindt ze een medestander in psychiater Bram Bakker. Hij vindt dat áls we onze nationale ambitie van gezond oud worden willen realiseren, er een ‘gezondheidsrevolutie’ nodig is. Een leefstijl met voldoende beweging, gezond eten en goed stressmanagement is daartoe de sleutel.
Dr. Bram Bakker promoveerde als psychiater op de behandeling van paniekstoornissen. Hij werkt bij Vitaalpunt, een ggz-instelling in Amsterdam, en schrijft boeken over gezondheid zoals Verademing, Runningtherapie en Blijf beter. Wanda de Kanter is longarts bij het Nederlands Kanker Instituut Antonie van Leeuwenhoek Ziekenhuis en schreef het boek Nederland stopt! Met roken.
Waar? Het Blauwe Theehuis in het Vondelpark in Amsterdam.
Klik of clinch? Ze delen elkaars strijdbaarheid voor een gezondere samenleving, ze hekelen hoe de marktwerking ongezond gedrag in de kaart speelt en willen dat de politiek actiever wordt in het gezonder maken van onze maatschappij. Zelf doen ze er alles aan om dat voor elkaar te krijgen. Nou ja, alles? Zelf de politiek in gaan is geen optie voor het tweetal. “In de politiek bereik je niets. Partijeenheid gaat boven idealen”, vindt Wanda. “En dan verandert er niets”, concludeert Bram.
Gebke: Geluk haal je niet uit een sigaret of een glas bier. Dat weten we allemaal en toch is het verrekte lastig slechte gewoontes te veranderen. Ik dacht dat ik van mijn sigarettenverslaving af was. Ik stopte op 27 juni 2004: op de verjaardag van mijn vader, de dag waarop ik ontdekte dat ik zwanger was. Dit jaar ben ik tien jaar rookvrij en toch durfde ik geen pakjes sigaretten voor de fotoshoot te halen die Bram Bakker en Wanda de Kanter dan mochten vermorzelen. Stel je voor dat de nieuwsgierigheid het won en ik een trekje nam? Heb ik er verstandig aan gedaan om fotograaf Joshua sigaretten te laten halen?
Bram: “Je hebt de gezonde keuze gemaakt. Die kun je alleen maken als je je bewust bent van je eigen gedrag.”
Wanda: “Vaak heb je een verslaving levenslang. Of je begint met roken is vooral afhankelijk van je thuissituatie en je vriendengroep. Maar stoppen is meer genetisch ingegeven. Daarom is het niet voor iedereen even makkelijk om van het roken af te komen.”
Gebke: De sigaretten blijkt Joshua voor niets te hebben ingeslagen; Wanda wil in geen geval met sigaretten op de foto, ook niet om ze te vermorzelen. Alleen de aanblik al zou rokers aan kunnen zetten tot roken. Dus geen verslavende middelen in deze fotoreportage. Gelukkig hebben Wanda en Bram niets nodig om het gesprek van start te laten gaan; ze gaan meteen de diepte in. Sinds een halfjaar werkt Wanda bij het Nederlands Kanker Instituut Antonie van Leeuwenhoek Ziekenhuis (AVL) en dat is heel wat anders dan haar vorige baan in het Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk.
Wanda: “Iedereen in het AVL is in loondienst. Misschien is er daardoor meer tijd voor patiënten. Ik zie meer jonge mensen, met ingewikkelde ziektebeelden, die er alles voor over hebben om te blijven leven. Alles is ook op behandelen gericht en er is, althans zo voelt het voor mij, minder ruimte voor een gesprek over de dood en dat terwijl longkanker in meer dan tachtig procent van de gevallen niet te genezen is. In het ziekenhuis van Beverwijk was het gesprek over de dood veel minder een taboe. In het AVL staat het gelijk aan mensen hoop ontnemen. Het is, denk ik, belangrijk een vorm te vinden waarin je voor hoop en maximale behandeling gaat en tegelijkertijd het gesprek over het einde van het leven aan kunt gaan.”
Bram: “Na Tuitjenhorn (een arts die euthanasie had gepleegd bij een patiënt en later zelfmoord heeft gepleegd toen de inspectie de euthanasie onderzocht, red) zijn sommige artsen bang voor alles wat met euthanasie te maken heeft. Een vriend van mij is onlangs aan melanoomkanker overleden. Die man heeft gruwelijk afgezien. Desondanks weigerden de artsen de pijnstilling te verhogen. Het zou zijn dood betekenen. En euthanasie vroeg te veel papierwerk.”
Wanda: “Wat een onzin! Palliatieve sedatie is iets compleet anders dan euthanasie. Bij euthanasie vraagt de patiënt om een snelle dood bij ondraaglijk lijden. En dan sterf je snel, binnen twee minuten. Palliatieve sedatie is voor mensen die maximaal twee weken te leven hebben en bij wie de symptomen niet te bestrijden zijn met goede medicatie. De arts zet alles in wat nodig is om het lijden – pijn of benauwdheid – aan te pakken. Ook als daar drie morfinepompen en een medicijn als Dormicum voor nodig zijn. Doel is niet versneld sterven, maar mensen hun ondraaglijk lijden te bestrijden.”
Gebke: Het gesprek begint met het einde van een mensenleven, maar eigenlijk willen jullie zo veel mogelijk voorkomen dat mensen zo tragisch overlijden. Moet we niet tien stappen terug? Naar die eerste sigaret misschien?
“Kanker krijgen is gewoon pech. Roken is Russische roulette. Een op de drie kankers is aan roken gerelateerd.”
Bram: “Sinds 2008 is het aantal mensen met kanker met acht procent toegenomen. De ziekte komt niet alleen vaker voor, maar treft ook steeds jongere mensen. Kanker groeit. Tweehonderd jaar geleden bestond het nauwelijks. Dat heeft alles te maken met de wereld waarin we leven. We bewegen te weinig, we eten te veel.”
Wanda: “En we roken. De toename van longkanker onder vrouwen verklaart een groot deel van die stijging. Het aantal vrouwen dat sterft aan longkanker is de laatste tien jaar verdubbeld. Met dank aan de emancipatieslag van de vrouwen en de marketingmachine van de tabaksindustrie die de sigaret neerzette als vrijheidssymbool.”
Bram: “Heb jij trouwens de documentaire RAUW gezien, van die moeder die haar zoon alleen rauw voedsel geeft. Ik snap zo’n vrouw niet. Als je zo gezond bezig bent, waarom laat je dan je kind opgroeien in Amsterdam? Daar kun je niet lekker buiten spelen.”
Wanda: “Waar ik me over verbaas, is dat deze moeder bijna uit de ouderlijke macht is ontzet. Ook ouders van veel te dikke kinderen werden daar in Amsterdam door Jeugdzorg mee gedreigd. Daar zou ik helemaal niet achter staan. Die ouders zijn ook een product van de samenleving en hun opvoeding. Prof. Mackenbach liet laatst tijdens een lezing een plaatje zien van iemand die zijn ziektelast bergop moest duwen. Een symbool voor hoe moeilijk het is om ongezond gedrag te veranderen. Maar, zei hij, je kunt die berg ook minder stijl maken door een gezonde omgeving te creëren.”
Bram: “Dan is er werk aan de winkel. Neem drank: twintig jaar geleden kon je geen goede fles wijn bij de supermarkt halen. Laatst was ik bij Albert Heijn: twee flessen wijn, op eiken vaten gerijpt, kosten nog geen acht euro. Drank, zelfs goede die je chique visite voorzet, is voor iedereen toegankelijk. Je wordt haast aangemoedigd om te drinken. Gelukkig is alcohol minder verslavend dan tabak – drie procent van iedereen die alcohol gebruikt is verslaafd, terwijl tachtig procent van de rokers verslaafd is. Maar toch, het symboliseert hoe de markt ons de ongezonde keuze opdringt.”
Wanda: “Iedereen gaat voor het geld. Ziektekostenverzekeraar Achmea laat zich tijdens gezondheidsevents sponsoren door Coca Cola. Bij de Olympische Spelen heb je het Holland Heineken Huis. Marketing voor de ongezonde keuze is overal, de overheid is nauwelijks te bekennen om de gezonde keuze te promoten. Die vindt dat gezond leven een vrije keuze is. Daar moet je je niet mee bemoeien. Het idee van ‘nee’ zeggen tegen ongezond is bedacht door mensen die op het rode pluche zitten, niet door mensen uit een achterstandswijk. Als je opgegroeid bent met alcohol, drugs en sigaretten, is die gezonde keuze niet zo zonneklaar. Het idee van vrije wil is bovendien bedacht voor volwassenen, niet voor kinderen. Maar die ongezonde marketing is juist op dat kinderbrein toegespitst. Hoe jonger je verslaafd raakt, hoe moeilijker het is om te stoppen. Ik geloof zelfs dat het uitmaakt of je op je twaalfde of je dertiende begint met roken. Maar dat weet jij beter, Bram.”
Bram: “Rond je twaalfde zijn je hersenen geweldig in ontwikkeling, vooral het gedeelte waarin verslaving wordt vastgelegd. Dus als je op je twaalfde gaat roken, dan is het zo ingeprent dat stoppen hersentechnisch lastiger wordt dan wanneer je op je dertiende of veertiende je eerste sigaret opsteekt. Als je de puberteit doorkomt met een relatief gezonde leefstijl, zit je je leven lang goed. Want wie gaat er nu na zijn twintigste roken?”
Wanda: “Jong roken is voor meisjes nog eens extra desastreus, omdat de borsten volop in ontwikkeling zijn. De cellen zijn kwetsbaar voor DNA-schade, waaruit later borstkanker kan ontstaan. Dit zouden kinderen op school moeten leren.”
Bram: “Ik ben voorstander van een systeem waarbij ouders hun kinderen om acht uur naar school brengen en om zes uur ophalen. Ouders mogen hun computers alleen aanzetten als de kinderen op school zitten. Als ze thuis zijn, heb je onverdeelde aandacht voor elkaar. Alles gebeurt verder op school. Iedereen eet tussen de middag met de gezonde pot mee en er is veel aandacht voor beweging. Het is bewezen dat schoolprestaties vooruitgaan als je tussen rekenen en taal door even rond rent of touwtjespringt. Waarom doen we daar niets mee?”
Wanda: “Dat klinkt als het Amerikaanse onderwijssysteem. En daar is veel overgewicht.”
Bram: “Omdat ouders onvoldoende betrokken zijn bij het onderwijs. Kinderen moeten toch weten waar suiker in zit? Ze moeten ervaren dat ze hun hoofd ‘leeg’ kunnen sporten. Iemand moet het ze leren. Ouders weten het vaak niet.”
Wanda: “Ja, er moet meer gezondheidseducatie komen, al op de basisschool. Wat is er belangrijker dan kinderen leren over gezond leven?”
Bram: “Dat gaat verder dan voorlichting over roken of drinken. Het gaat erom dat kinderen op jonge leeftijd leren ontdekken wat hen ‘gelukkig’ maakt.”
Wanda: “Als je als kind weet waarbij je je prettig voelt, dat je niet gelukkiger wordt door er bijvoorbeeld maar op los te slaan, door alles meteen nu te krijgen, dat ‘nee is nee’ telt, dan sla je niet meteen terug als je geslagen wordt en dan durf je ‘nee’ te zeggen als je een sigaret of fles wodka aangeboden krijgt. Een kind dat stevig in zijn schoenen staat, maakt makkelijker de voor hem betere – en vaak gezondere – keuze.”
Bram: “Toch weten veel pubers niet meer wat ze voelen. Dat komt doordat ze alles wat ze willen ook meteen krijgen. Als je op zondag nieuwe schoenen wilt, dan heb je ze met een druk op de knop besteld via internet. Vroeger had je al geluk als op maandagmiddag een schoenwinkel open was. Er is in deze samenleving geen ruimte voor uitgestelde behoeftebevrediging. Terwijl dat ons juist onderscheidt van dieren. De mens is in staat een plan te maken en impulsen te onderdrukken waarvan hij weet dat ze hem later gelukkiger maken. Dat uitstellen is van wezenlijk belang.”
Wanda: “Dat manco zie ik ook bij vrouwen met een kinderwens. Ze denken niet: wat is er nodig om een gezond kind te krijgen? Nee, ze willen die buik en stoppen dan met roken. Terwijl baby’s in de eerste weken van de zwangerschap juist zo veel schade kunnen oplopen door roken. Dus eerst moet je een adequate man vinden – nou, dat is niet eens nodig. Je hebt een man nodig, liever eentje die niet rookt. Als je graag een baby wilt, stop je eerst met roken, dan pas met de pil.
Bram: “En als die baby er is, moet je dat kind uitgestelde behoeftebevrediging aanleren door te zeggen: ‘Nee is nee.’”
Wanda: “Daar ben ik zelf de fout mee ingegaan. Ik was een moeder van chips en cola, ‘gezellig’. Ik heb een eeneiige tweeling en een van de twee begon zwaarder te worden. Toen ik hem vroeg met een cijfer aan te geven hoe erg hij dat vond, zei hij: ‘Acht uit tien.’ Ik schrok enorm, want het erge was dat ik die chips in huis haalde. Daar ben ik mee gestopt. Sindsdien is hij prima op gewicht. Ik heb wel mijn privévoorraadje chips verstopt in huis. Nou ja, verstopt … Pas gingen de jongens met vrienden voelbal kijken en toen er om chips gevraagd werd, heb ik mijn geheime voorraad prijsgegeven, maar inmiddels is de impulscontrole een tweede natuur geworden.”
Bram: “Als ze alleen tijdens het voetbal chips eten, valt het nog mee. Die van mij mogen tijdens The Voice cola drinken. Je moet leren dat iets ongezonds niet iets gewoons is. Veel jongeren krijgen dat niet mee. Daarom geven ze zich over aan mateloosheid, omdat ze niet meer in contact staan met hun gevoel, met wat ze echt nodig hebben. Mateloosheid is echter geen manier om stress weg te poetsen.”
Wanda: “Roken verhoogt de adrenalineproductie, waardoor je meer stress ervaart.”
Bram: “Toch werkt het stemmingsverbeterend.”
Wanda: “Je verwart dat gevoel met de rouwfase waar je doorheen moet als je stopt met roken. Boosheid, verdriet, irritatie: het is de verslaving die spreekt. Als je dan een hijs neemt, ben je daarvanaf. Ik ken juist onderzoeken die laten zien dat mensen die stoppen met roken beter herstellen van depressie.”
Bram: “Toch heeft roken voor veel psychiatrische patiënten een functie. Het ligt niet aan de nicotine, meer aan het verbeteren van de ademhaling. Als verslaafde mensen een trekje nemen van een nepsigaret, dan is dat hetzelfde als een diep teug ademhalen en dat roept ontspanning op. Het gaat dus niet om die sigaret, maar waar die voor staat.”
Wanda: “Daar ben ik het echt niet mee eens. Je ademhaling verslechtert juist door te roken. Een nicotinetekort voelt echt aan als spanning als je eenmaal verslaafd bent, dus als je weer nicotine binnenkrijgt, voel je daardoor ontspanning. Nepsigaretten helpen dan ook helemaal niet in studies om te stoppen met roken. Je kunt als je stopt met roken de hunkering – die maar drie minuten duurt – beter overbruggen met een ademhalingsoefening.”
Bram: “De sleutel tot succesvol afkicken is dat je erachter komt waar jouw stress vandaan komt en hoe je daar gezond mee omgaat. Het gaat erom te ontdekken waar jij blij van wordt. Sporten werkt voor veel mensen goed. Je slaapt er beter van, begint uitgerust de dag en neemt informatie beter op. Lees maar eens de krant na een rondje hardlopen.”
Wanda: “Nee bedankt. Voor negentig procent van de bevolking gaat dat inderdaad op. Voor tien procent werkt het anders. Helaas behoor ik daartoe. Ik heb al heel wat pogingen ondernomen om hard te lopen, maar ik heb er nog nooit energie van gekregen.”
Bram: “Een potje schaken werkt ook, als dat je ontspant. Je moet doen wat goed voelt voor je.”
Wanda: “Dat is het! Gelukkig zijn is een groot woord, maar doen wat goed voor je is en controle hebben of krijgen over je leven, is eigenlijk wat gelukkig zijn is.”