Suiker heeft een slechte naam (dik!). Dus staat op veel producten: ‘met natuurlijke suikers’. Maar zijn ‘andere’ suikers wel per se gezonder? Of geldt ook hier gewoon: alles met mate?
Maart 2006 – Diëtist Maggy Owel meldt in gezondNU dat een beperkt gebruik van suiker of ander zoetmiddel past binnen een gezonde leefstijl (bijvoorbeeld 1-2 koekjes en/of snoepjes per dag).
September 2008 – De Consumentenbond zegt dat teksten als ‘ongezoet’, ‘geen suiker toegevoegd’, of ‘gezoet met natuurlijke suikers’ vaak misleidend zijn. Omdat het product wel degelijk gezoet is met bijvoorbeeld stroop of diksap. En dat zijn ingrediënten die van nature flink wat suikers bevatten.
Wie minder suiker tot zich wil nemen, kan maar het beste beginnen met de aanschaf van een leesbril. Zodat de kleine lettertjes op de etiketten goed te lezen zijn. Fabrikanten spelen een soort taalspel waarvan je als consument horendol wordt. Een kleine greep uit het suikerdoolhof: geraffineerde suiker, kristalsuiker, rietsuiker, oerzoet, natuurlijke suikers, fructose-glucosestroop, diksap en ga zo maar door.
Eerst maar eens het verschil tussen geraffineerde suiker, kristalsuiker, bietsuiker en rietsuiker. Biochemisch zijn deze vormen van suiker identiek: ze bestaan voor de ene helft uit glucose en voor de andere helft uit fructose. Alleen de bron kan verschillen: een knol (‘biet’) of een rietstengel. Maar rietsuiker verschilt in wezen niet van bietsuiker. Alleen de kleur is meestal donkerder. Dit komt omdat producenten van rietsuiker deze korter centrifugeren. Hierdoor blijft een dun laagje donkerbruine stroop (melasse) achter op de rietsuiker, wat een lichtbruin/gele kleur geeft.
Geraffineerde bietsuiker en rietsuiker bieden lege calorieën, omdat ze verder geen voedingsstoffen bevatten. In die zin is oerzoet gezonder. Deze bruine korrels blijven over als het sap uit de suikerrietstengel is gedroogd en vermalen. Oerzoet bevat nog alle voedingsstoffen die oorspronkelijk aanwezig waren in het suikerrietsap, zoals mineralen. Het heeft daardoor ook een meer uitgesproken smaak.
Te dik?
Toch is de bijdrage die oerzoet levert aan uw gezondheid in het beste geval minimaal. Waarom? Omdat u er maar beter weinig van kunt gebruiken, zoals van alle suikers. En juist door dat beperkte gebruik wordt oerzoet een te verwaarlozen bron van voedingsstoffen. Diëtist Henny de Lint is ondubbelzinnig in haar klassieker De natuurlijke gezondheidswijzer: “Net als voor witte suiker geldt voor natuurlijke zoetmiddelen dat je ze met mate moet gebruiken. Ze zijn slecht voor het gebit en bij overmatig gebruik wordt je er dik van.”
En daarmee zijn meteen alle natuurlijke suikers en zoetmiddelen in perspectief geplaatst. Zoals tarwestroop, moutstroop, ahornsiroop, diksap en ook honing. Het basisadvies is helder: álles met mate. Wanneer u die wijze raad serieus neemt, doet het er niet meer zoveel toe dat het ene zoetmiddel iets gezonder is dan het andere. Wie overmatig gebruik van zoetmiddelen afkoopt door bij de aanschaf te kiezen voor ‘natuurlijk’, houdt zichzelf op riskante wijze voor de gek.
Bij de stropen verdient fructose-glucosestroop speciale aandacht. Door het fructose-bestanddeel klinkt het nog tamelijk gezond. In fruit vormt fructose nauwelijks een probleem, omdat de aanwezige vezels garant staan voor een vertraagde opname. Maar bij fructose-glucosestroop (HFCS) dat wordt gebruikt in voedingsindustrie, ligt dit anders. HFCS kan leiden tot niet-alcoholische leververvetting, een risicofactor voor hart- en vaatziekten en diabetes type 2.Omdat de nadelen bekend zijn, zal het niet meer gebruikt worden op grote schaal.
De suikerindustrie doet de laatste jaren overigens verwoede pogingen om haar negatieve imago wat op te poetsen. Hiervoor wordt dan onderzoek aangehaald dat twijfel zaait over de vermeende slechte eigenschappen van suiker. We moeten dat maar niet al te serieus nemen. Er is toenemend bewijs dat overdadig suikergebruik de gezondheid ondermijnt. Zo is vorig jaar voor het eerst een verband aangetoond tussen de consumptie van toegevoegde suikers in levensmiddelen en slechtere cholesterolwaarden in het bloed. En dit is vast niet het laatste slecht nieuwsbericht over suiker.