Een kijkje in de keuken van Werfzeep
Eigenlijk is het van de zotte dat onze badkamers vol staan met plastic flessen douchegel, terwijl er zoiets eerlijks en heerlijks bestaat als zeep. Nee, nu niet meteen denken aan zo’n blok zeep die je huid piepend droog achterlaat. We hebben het over plantaardige zeep, zoals Evelien van Zonneveld van Werfzeep maakt. “Zeep gemaakt van oliën is totaal anders dan fabriekszeep met geraffineerde vetzuren.”
Het is een stormachtige dinsdag en ik volg de wind naar Werfzeep, een ambachtelijke en biologische zeepziederij in Utrecht. Ik ben lang niet alleen op de weg. Bussen toeteren ongeduldig, bakfietsen sjezen voorbij en studenten snijden mij nét niet af. Eenmaal op de Westerkade, een bedrijvig stukje stad, is het even zoeken totdat ik het zeepatelier heb gevonden. Ietwat verscholen in een pand met andere ondernemers vind ik de plek waar iedere week zo’n 1200 stuks zeep worden gemaakt. Binnen is het contrast met buiten groot. Aan een houten tafel wordt in alle rust de zeep verpakt met zachte jazzmuziek op de achtergrond. De geur, een sterke citruslucht, verklapt dat hier zeep wordt gemaakt. “Lekker ruikt het, hé?”, zegt Marie, een van de zeven werknemers, enthousiast. “Als ik thuis ben, hangt die geur nóg om mij heen!”
Verslavende ontdekking
Zodra Evelien binnenstapt, schuiven we aan bij de houten tafel. Vanaf deze plek heb je mooi zicht op het atelier. Er staan metershoge kasten gevuld met zeep. Er hangen veiligheidsbrillen aan de muur en in de hoek is een steriele keuken met gigantische pannen. Dat Evelien hier haar eigen zeep maakt, komt allemaal door een bijzondere reis door Canada: “Samen met mijn vriend Laurens logeerde ik bij een jonge familie op een idyllische boerderij. Het rook daar heerlijk naar etherische oliën, omdat ze elke dag hun eigen zeep maakten. Ik hielp mee met het maken van zeep en was eigenlijk meteen verliefd op dit oude ambacht.”
Toch vond je in die tijd geen stuk zeep in Eveliens badkamer in Nederland. “Van baby af aan heb ik eczeem. Als kind adviseerde de dokter mij al om geen zeep te gebruiken. Het zou veel te agressief zijn voor mijn huid. In Canada was ik zo weg van het zeepmaakproces en de zeep dat het mij niet uitmaakte wat het effect op mijn huid zou zijn. Ik wilde het gewoon gebruiken. Tot mijn verbazing voelde deze pure zeep juist heel prettig.”
Zacht en verzorgend
Met een koffer vol inspiratie ging Evelien terug naar huis: “Ik vond niet alleen het ambachtelijke zeepzieden geweldig, maar ook de ontdekking dat je met de hand een heel zachte en verzorgende zeep kunt maken. Zeep gemaakt van oliën is totaal anders dan fabriekszeep met geraffineerde vetzuren en toevoegingen als schuimverbeteraars, synthetische parfums en conserveermiddelen. Als je zelf zeep maakt, heb je het recept en dus de ingrediënten in eigen hand. Die ontdekking was heel verslavend”, vertelt ze met twinkelende ogen. “De eerste zepen die ik maakte, waren natuurlijk niet meteen perfect. Ik moest het uit mijn herinnering halen en had nog weinig ervaring. Op internet en in boeken zocht ik alle informatie die ik kon vinden. Ik was zo enthousiast en had zo veel inspiratie dat ik soms midden in de nacht wakker werd met een idee voor een nieuwe zeep. Ik ging het dan gewoon maken.” Dankzij een WWIK-uitkering, een subsidie speciaal voor kunstenaars, had Evelien tijd genoeg om te experimenteren. Al snel besloot ze haar zeep te verkopen. “Zeep maak je nooit per stuk. Het moet massa hebben om te kunnen verzepen. Maak je een week zeep, dan heb je zo 300 stuks. Na een paar weken kwam ik daarom voor de keuze te staan: of ik houd ermee op, want ik heb genoeg zeep voor mezelf en voor iedereen die ik ken voor de komende jaren, of ik ga het verkopen en pak het serieuzer aan. Ik geloofde in mijn zeep, dus ik ging het verkopen.”
Citroenmelisse en brandnetel
Aan het begin van haar zeepavontuur woonde Evelien in een historische werfkelder aan de Utrechtse Oudegracht. Daar bedacht ze de passende naam ‘Werfzeep’. Toen haar keuken te klein werd, verhuisde ze naar een atelier in het Wickenburghse bos. “Al snel kwam ik erachter dat de sleutel voor goede zeep de kwaliteit van de grondstoffen is, daarom gebruik ik alleen maar biologische en eetbare oliën. Sinds het atelier in het bos gevestigd is, ben ik ook zelfgeoogste planten in mijn zeep gaan verwerken. Als je je midden in het bos begeeft en zeep maakt, is het eigenlijk heel logisch dat je een keer denkt: citroenmelisse en brandnetel hebben deze werking en dat is superfijn voor je huid!”
Nu, bijna tien jaar later, heeft Evelien een groter atelier aan de Westerkade en een vaste lijn met 24 verschillende soorten zeep die door heel Nederland worden verkocht. Van shampoozeep tot schoonmaakzeep en van scrubzeep tot scheerzeep. En dat allemaal zonder businessplan of marketingstrategie. “Het balletje ging rollen toen ik op markten ging staan. Daar spreek je zo honderden mensen op een dag, waaronder winkeliers. Ineens was mijn zeep in vijf winkels te koop”, vertelt Evelien trots. “Werfzeep is eigenlijk heel organisch gegroeid. Ik weet nog dat ik een vriend over de vloer had en hij vroeg: ‘Waar wil je zijn over vijf jaar? Wat is je plan?’ Ik wilde helemaal geen plan. Ik vond het juist leuk om te ontdekken hoe het zich zou ontwikkelen. Door het helemaal uit te denken, leg je jezelf alleen maar vast.” Als ik vraag of ze deze mindset aan de kunstacademie te danken heeft, denkt ze even na. “Misschien wel. Die opleiding heeft mij vooral geleerd te experimenteren en gestimuleerd om niet terug te deinzen voor een idee, maar het echt te gaan doen.”
Precisiewerkje
“We gaan citruszeep maken vandaag”, vertelt Evelien terwijl we naar de keuken lopen. Daar pakt ze een grote stalen pan en zet die op een weegschaal. Eerst voegt ze een flinke schep kokosvet toe en daarna de cacaoboter. Het afwegen van deze harde vetten is een precisiewerkje. “Zeep maken heeft wel iets weg van het bakken van een taart. Als je te veel bakpoeder toevoegt, dan loop je het risico dat het niet goed rijst. Hetzelfde geldt voor zeep. Voeg ik nu een gram te veel toe, dan verzeept het misschien niet goed of ontstaan er belletjes in de zeep.” Na de harde vetten is het tijd voor de olijfolie. Evelien spiekt op het recept dat naast haar hangt en giet dan de goudgele massa in de pan. Het duurt even, want het moet voldoende olijfolie zijn voor 150 zepen. Tot slot voegt ze castorolie toe – “een vochtinbrengende olie” – en tilt ze de loeizware pan behendig naar het fornuis. Alle zepen van Werfzeep worden volgens de koude methode gemaakt. “Dat betekent dat je de zeep tot 45 graden verwarmd. Je kunt zo de verzorgende eigenschappen van de oliën beter bewaren. Fabriekszeep wordt gekookt en is binnen drie dagen klaar. De zeep die wij maken moet zes weken rijpen. Het duurt misschien langer, maar je krijgt er een veel zachtere zeep voor terug.” Als de pan zachtjes op het vuur staat te sudderen, duikt Evelien in haar collectie etherische oliën. “Ik vond het leuk om een complexe mix te maken, dus gebruik ik voor deze zeep verschillende citrusvruchten.” Voordat ze de oliën in een pannetje giet, snuffelen we er allebei even aan. Citroen ruikt ietwat zuur, sinaasappel lekker zoet en bergamot ruikt naar earlgreythee. De verschillen zijn zo subtiel dat ik limoen, grapefruit en citroengras moeilijk kan onderscheiden. “Deze oliën worden uit de schil van de citrusvruchten gewonnen”, vertelt ze met haar blik strak op de weegschaal gericht. “Ze zijn allemaal biologisch en food-grade gecertificeerd. Je kunt daarom zelfs een drupje aan een saladedressing toevoegen.”
Goedgevulde soep
In de keuken staat een belangrijk ingrediënt klaar: loog. “Zonder loog kun je geen zeep maken. Zeep is namelijk het resultaat van een chemische reactie. Los je natriumhydroxide op in water, dan krijg je natronloog. Voeg je dit op het juiste moment toe aan de vetzuren, dan verzepen ze. Het transformeert de ingrediënten als het ware in een nieuw eindproduct: zeep.” Met een thermometer kijkt Evelien of het oliemengsel de juiste temperatuur heeft en zet dan een veiligheidsbril op. “Deze heb je nodig zolang de zeep nog niet hard is. Loog is basisch en reageert sterk op water. Dat wil je niet in je ogen krijgen.” Voorzichtig giet ze de loog in de pan en roert er met een houten pollepel door. De zeep verandert direct van kleur, hij wordt felgeel. “Wat is eigenlijk je favoriete moment van het zeep maken?”, vraag ik. “Dit”, lacht Evelien. “Als het mengsel gaat verzepen, verandert het langzaam in een yoghurtachtige substantie. Omdat ik het al bijna tien jaar doe, kan ik een beetje varen op mijn intuïtie. Ik voel aan de weerstand van de lepel wanneer het tijd is om de andere ingrediënten toe te voegen.” Na een minuut of vijf roeren neem ik de lepel over. Het voelt alsof je door een dikke soep roert. Om het proces iets te versnellen, gebruikt Evelien een staafmixer. Anders ben je zo vijftig minuten aan het roeren en heb je gegarandeerd een lamme hand. “Kijk, nu zie je een spoor in de zeep!”, zegt Evelien enthousiast. Ik neem de pollepel nog één keer van haar over en voel hoe stroperig het mengsel nu is. Het is inmiddels niet meer felgeel van kleur, maar wit. Daar heeft deze zeepmaker een oplossing voor: “Ik gebruik zaadjes van de Zuid-Amerikaanse anattoboom om de zeep een zonnige tint te geven. Deze zaadjes laten we een tijd trekken in olijfolie en dit zeven we vervolgens.” Evelien voegt de kleurrijke olie en de etherische oliën toe aan de pan. “Dit is ook één van mijn favoriete momenten. Je ziet nu dat er een soort korreltje over het oppervlakte zit. Alsof het een fotofilm is. Zo is het precies zoals ik het wil.”
Broden van zeep
Nadat de zeepmal nauwkeurig met olijfolie is ingevet, kan de zeep erin gegoten worden. Alle restjes worden uit de pan geschraapt. “Zo, klaar!” Evelien pakt een deken en drapeert die voorzichtig om de zeep. “Nu maak ik voor de zeep een bedje, zodat hij warm blijft. Doe je dit niet, dan verzeept de binnenkant mooi, maar de buitenrand niet. En we willen natuurlijk een zeep die perfect is.” Omdat deze citruszeep eerst nog 24 uur moet uitharden, tovert Evelien een andere zeep tevoorschijn om het snijproces te laten zien: een schoonmaakzeep. Eerst haalt ze de mal van het kolossale stuk zeep en dan gebruikt ze een bijzonder apparaat om te snijden. “Dit is de brodensnijder. Van dit heel grote blok zeep snijd ik nu eerst broden zeep en daarna snijd ik het in plakjes van 100 gram. Bij het kiezen van de afmetingen heb ik erop gelet dat de zeep door de brievenbus past. Dat is wel zo handig.” Als ze geconcentreerd de zeep snijdt, hoor ik een hoog gepingel. “Om de zeep te snijden, gebruiken we gitaarsnaren”, verklaart Evelien. “Die zijn dunner dan ijzerdraad, snijden goed en maken deze gezellige zeepmuziek.”
Nieuwe recepten
Met de net gesneden zeep in onze armen, lopen we naar de droogkasten. Hier moet de zeep nog zes weken drogen voordat hij verkocht kan worden. “Word je nu nog steeds weleens wakker met een idee voor een nieuwe zeep?”, vraag ik. Evelien knikt. “Ja, dat komt doordat ik bezig ben met het maken van een zeepreceptenboek. Voor Werfzeep ligt de hele collectie al vast. Logisch, want als je fan van een zeep bent, dan wil je dat het volgende stukje hetzelfde is. Bij het maken van mijn boek kan ik weer helemaal losgaan. Het decor van het boek is het bos en daar zijn de zeeprecepten omheen gebouwd. Een mooiere manier om ons tienjarige bestaan aankomende herfst te vieren, is er volgens mij niet.”
Pleidooi voor de comeback van een eerlijk stuk zeep
- superzuinig in gebruik
- geen verpakkingsmateriaal
- lief voor je huid
Wie, Wat, Waar: Werfzeep is de ambachtelijke en biologische zeepziederij van Evelien van Zonneveld in Utrecht. De handgemaakte zepen zijn te koop via de webshop en in veel (biologische) winkels. www.werfzeep.nl