Als kind was Stea de Graaf (49) al stevig. Jarenlang maakte dit haar onzeker. Dat ze op haar 17e moeder werd (en op haar 35e al oma!) hielp niet mee. Tien jaar geleden besloot ze er wat aan te doen. Met succes.
“Op mijn veertigste dacht ik: het heeft nu lang genoeg geduurd, nu pak ik het aan. Nee, niet mijn gewicht, wel mijn lage zelfbeeld. Al speelden die stevige benen, buik en billen zeker een rol bij mijn onzekerheid.”
“Vinden ze me wel aardig? Ze vinden me vast dik. Dat soort gedachten voerden jarenlang de boventoon in mijn hoofd. Helemaal toen ik op mijn zeventiende zwanger raakte. Met het kindje dat groeide in mijn buik, groeide ook mijn onzekerheid. Er werd over me gepraat. Mensen vonden me minderwaardig. Tenminste, zo voelde ik dat. De kantoorbaan die ik een jaar eerder via de kerk had gekregen, moest ik vaarwel zeggen. De kerk en ongehuwd moeder worden, gingen in die tijd nu eenmaal niet samen. Dit maakte het schaamtegevoel alleen maar groter.”
Niets normaal
“Dat gevoel van bekeken en veroordeeld worden, herhaalde zich toen ik op mijn 36e zwanger was van onze jongste dochter Stephanie. Zes weken voor de uitgerekende datum trouwde mijn oudste zoon met het meisje waarmee hij tien maanden eerder een kindje had gekregen. Als kersverse oma liep ik dus met een hoogzwangere buik rond op de bruiloft van mijn zoon. Weer voelde ik de blikken in mijn rug. Toen ik hierover mijn hart luchtte bij de verloskundige die me eerder bij Richards geboorte had bijgestaan, zei ze nuchter: ‘Joh, Stea, bij jou gaat toch niets normaal.’”
“Gek genoeg openden haar woorden me de ogen. Ze zette me met beide benen op de grond. Ze had gelijk! Bij mij ging niets gewoon. En moet je zien wat me dat had opgeleverd: een zoon, drie dochters, een kleinzoon van tien maanden en een gelukkig huwelijk met de vader van mijn kinderen. Lang niet gek. Langzaam groeide het besef dat het grootste deel van mijn onzekerheid en onvrede over mijn lijf voortkwam uit mijn gevoel iets goed te moeten maken.”
Omslagpunt
“Op mijn dertigste kreeg ik een hernia waarvoor ik behandeld ben in het ziekenhuis. Ik weet nog goed dat ik in de wachtkamer zat en naar de vrouw achter de balie keek. Dat lijkt me leuk werk, schoot door mijn hoofd. Zelf deed ik in die tijd allerlei ongeschoold werk. Ik stond aan de lopende band bij een poelier, werkte in een snoepkraam op de markt – niet zo handig voor iemand die op haar lijn moet letten … Prima werk om geld mee te verdienen, maar ik werd er niets wijzer van.”
“Hoe meer ik me realiseerde dat het tijd werd om mijn onderhuidse onvrede aan te pakken, hoe vaker het beeld van die vrouw achter de balie kwam bovendrijven. Dat wilde ik ook. Ik trok de stoute schoenen aan en op mijn veertigste schreef ik me in voor een opleiding tot medisch secretaresse.”
“Ik slaagde met vlag en wimpel en al na mijn eerste sollicitatiegesprek werd ik aangenomen als afdelingssecretaresse in een ziekenhuis. Dat moest ik wel te danken hebben aan de manier waarop ik mezelf presenteerde, want ervaring met het werk had ik niet. Dit gaf mijn zelfvertrouwen zo’n enorme opkikker. Ik, die stevige meid, was aangenomen voor een representatieve baliefunctie!”
“Inmiddels werk ik alweer ruim zeven jaar als secretaresse op de afdeling Oncologie. In die zeven jaar ben ik gegroeid. Nee, gelukkig niet in omvang, maar wel als mens. Het werk heeft me eigenwaarde gegeven. Ik ben trots op wat ik in mijn leven bereikt heb en blijkbaar zie je dat ook aan me. Ik zit letterlijk lekker in mijn vel.”
Leefstijl
“Feitelijk ben ik nog steeds te zwaar, maar het bepaalt niet langer hoe ik over mezelf denk. Niet dat ik onverschillig ben over mijn uiterlijk en gewicht, hoor. Integendeel. Ik sport elke week. Samen met een groepje vrouwen van mijn leeftijd doen we allerlei balsporten, zoals volleybal en basketbal. We hebben hartstikke veel lol en ondertussen bewegen we ook nog. Daarnaast wandel ik en pak ik zo veel mogelijk de fiets.”
“Ook kleding vind ik belangrijk. Juist als je wat zwaarder bent, moet je je bewust kleden. Soms hangen er bij de grotere maten alleen maar van die wijde gewaden, terwijl iets getailleerds je veel slanker doet lijken. Daar let ik wel op.”
“Verder eet ik bewust. Hoe verleidelijk het soms ook is om wat te snacken. Vooral als ik hongerig uit mijn werk langs de kiosk op het station kom, is de verleiding soms groot. Maar ik doe het niet. Ook het bedrijfsrestaurant met de vette happen laat ik links liggen. Ik eet braaf mijn van thuis meegebrachte boterhammen.”
“Gelukkig zitten de overtollige kilo’s verdeeld over mijn lijf. Vorig jaar ben ik dankzij een koolhydratenarm dieet tien kilo afgevallen. Een schoonzusje geloofde dit eerst niet. ‘Waar zaten die kilo’s dan?’, vroeg ze. Blijkbaar valt het niet zo op dat mijn lijf hier en daar wat al te goed gevuld is.”
Trots
“Vorig jaar is mijn moeder overleden. Zij wist als geen ander hoe belangrijk je lijf en je gezondheid zijn. Al van kinds af aan waarschuwde ze me om op mijn gewicht te letten. ‘Je wordt te dik, Stea. Eet dat nou niet.’ Ze was bang dat ik net als zij diabetes zou krijgen. Daarnaast leed ze aan hartfalen, waarvoor ze de laatste twintig jaar een pacemaker had.”
“Tijdens mijn jeugd had ze door haar zwakke gezondheid haar handen vol aan mij en mijn vijf broertjes en zusjes. Zonde, want ze was een heel slimme vrouw, die met gemak advocaat had kunnen worden. Gelukkig heeft ze nog meegemaakt dat ik mijn secretaressediploma haalde en mijn huidige baan vond. Helemaal geweldig vond ze dat.”
“Door mijn moeders gezondheidsproblemen en de ellende die ik dagelijks in het ziekenhuis voorbij zie komen, kijk ik anders tegen mijn lichaam aan dan vroeger. Nu staat gezond en fit blijven voorop. Daarbij, ik word dit jaar vijftig, heb mooie kinderen, drie prachtige kleinkinderen, een fijn huis en leuk werk. Dat ga ik toch niet laten verpesten door wat overtollige kilo’s?”
“Blijkbaar straal ik dit uit. Toen een vriendin het oproepje ‘Wie is er trots op zijn lijf ondanks overgewicht?’ las, belde ze me op. Ik moest me niet beledigd voelen, maar ze had hierbij aan mij gedacht. Beledigd voelen? Ik vond het juist enorm bijzonder! Er blijkt toch uit dat zij mij een mooie vrouw vindt. Als klap op de vuurpijl werd ik een week later gevraagd om mee te lopen in een modeshow voor grotere maten. Wie had dat tien jaar geleden kunnen denken? Ik zeker niet!”