Door de kredietcrisis zitten heel veel mensen zonder werk. Dat is niet alleen zorgwekkend voor hun financiën. Ook voor hun lijf en leden. Want geen werk maakt soms letterlijk ziek. “Het leven werd leger, onze financiële zorgen groeiden en ruzies putten ons uit.”
“Niet werken, is falen”
Jarenlang was Anja werkloos. “Ik wilde niet uithuilen bij mijn vriend, ik was immers de oorzaak van onze ellende.”
Na haar studie communicatie had Anja van Ginneken (37) moeite aan werk te komen. Ze liet zich daarom tot ICT’er omscholen. Toen startte een glanscarrière. “Het geld kon rollen: naar de bioscoop, wekelijks uit eten en bij het boodschappen doen werd ik alleen maar door lekker geleid en niet door wat we nodig hadden. We kochten een leuk huis. Alles leek mogelijk. Totdat het minder ging in de ICT. Er was al een ontslagronde geweest, geruchten gingen over een tweede waarbij ‘lastige’ mensen weggewerkt werden. Zo’n één was ik dus.”
“Ik liep tegen een burnout aan. Mijn energieniveau wisselde enorm. De ene week draaide ik veertig uur, de week daarop vier uur. Beslissingen maken werd vanwege de uitputting onmogelijk. Ik zat alleen in mijn emotie, al mijn relativeringsvermogen was weg. Het ontslag voelde dan ook als een dolksteek. Met tranen op mijn wangen heb ik de deur achter me gesloten. Dat ik niet met opgeheven hoofd ben vertrokken, is het enige waarvan ik spijt heb.”
Huis kwijt
“Een jaar had ik nodig om tot mezelf te komen. Toen ik weer ging solliciteren, liep ik op tegen afwijzingen. Dat leverde veel frustraties op. Want ik had de ervaring, de papieren en ik mocht op gesprek komen. Toch werd het niets. Er moest iets mis zijn met mij, ging het door mijn hoofd. Terugkijkend kan ik maar één verklaring vinden en dat is dat ik onbewust het signaal uitzond dat ik niet meer in de automatisering wilde werken.”
“Het werkloos zijn begon zijn sporen achter te laten. Tijdens het boodschappen doen moest ik bij elk product nagaan of we het echt nodig hadden. Bewuster omgaan met geld. Niet meer uit eten. Geen bioscoop. Ikzelf kom uit een arm nest, dus was de omschakeling wel te doen. Voor mijn vriend lag dat anders. Hij raakte gefrustreerd doordat bij anderen alles mogelijk leek, behalve bij ons. Het zette onze relatie onder druk. De ruzies stapelden zich op. En alle bezuinigingen ten spijt; het was niet voldoende om de hypotheeklast te dragen. Als mijn schoonouders niet waren bijgesprongen, waren we ons huis kwijt geweest.”
Geen recht op verdriet
“Het leven werd leger, onze financiële zorgen groeiden en ruzies putten ons uit. Vervolgens waren er de familieleden die vroegen: ‘Waarom heb jij nog geen werk?’ Ik proefde daarin de ondertoon: Wat is er mis met jou, wil je soms niet werken? Zij herinnerden me aan mijn eigen falen. Dus ging ik sociale contacten uit de weg. Het verdriet hierom kon ik nergens kwijt. Ik wilde niet uithuilen bij mijn vriend, ik was immers de oorzaak van onze ellende. Welk recht had ik op verdriet?”
“Uiteindelijk ben ik bij een re-integratiebureau terecht gekomen, dat gerund werd door een enthousiaste vrouw. Haar enthousiasme was mijn redding. Als ik problemen had met uitkeringsinstanties, loste zij die op. Zij heeft het geregeld dat ik tegen inlevering van uitkering een studie tot holistisch masseur kon volgen. Daarnaast ben ik er dankzij een beroepentest achtergekomen dat ik me in uiteenlopende banen thuis kan voelen.
Ik ben opgevoed met het idee dat je een solide baan moet hebben, waarin je dertig jaar blijf hangen. Met dat klassieke patroon heb ik afgerekend. Ik heb geaccepteerd dat ik een duizendpoot ben. Ik programmeer dus nu computers, heb een massagepraktijk, vertaal wetenschappelijke artikelen en schrijf zo nu en dan verhalen – veel verschillende dingen. Uiteindelijk kan ik zeggen dat mijn ontslag me veel goeds gebracht: ik heb me nog nooit zo thuisgevoeld in mijn werk.”
“Het gevecht dat je niet kan winnen”
Nick (53) blijft liever anoniem. Want dat hij in de bijstand zit, is niet iets waarmee hij te koop loopt. “Dan krijg ik meteen het etiketje van loser of profiteur.”
Nick kwam in 1981 thuis te zitten. “In eerste instantie geen ramp. Ik had al eerder zonder werk gezeten, maar dat was van korte duur.” Deze keer bleek het minder eenvoudig aan een nieuwe baan te komen. “Ik solliciteerde me rot, maar het aantal afwijzingsbrieven evenaarde de uitgaande post. Ik stelde te hoge eisen, was te jong, had geen relevante ervaring of niet de juiste opleiding. Gaandeweg werd het thuiszitten langer en de afwijzingen veranderen van toon: te lang uit het arbeidsproces, te oud, mijn opleiding verouderd.”
“Het ergste is dat ik bij elke sollicitatie in gedachten mijn nieuwe werkende leven al voor me zie. Als ik vervolgens op gesprek mag komen, groeit die hoop en komt de klap van afwijzing des te harder aan. Mijn partner vroeg zich recentelijk af: ‘hoeveel desillusies kan een mens verdragen?’ De hoop die bij een sollicitatiebrief hoort, is geleidelijk in wanhoop veranderd. De kriebel van iets spannends is een gevoel van onbehagen geworden.”
“Het sluipt erin”
“In een poging hulp te krijgen heb ik aan de bel getrokken bij het arbeidsbureau: ‘Welke mogelijkheden voor om- of bijscholing zijn er?’ Omdat toen de automatisering in de belangstelling stond, mocht ik een ICT-opleiding volgen. Ik heb de studie in de helft van de tijd afgerond. Desondanks lopen mijn sollicitaties nog steeds op niets uit en ondertussen is in de snel veranderende ICT-wereld mijn kennis alweer verouderd. Vervolgopleidingen moet ik zelf bekostigen, maar daar heb ik op dat moment geen financiële ruimte voor. Prompt krijg ik het label ‘weigerachtig’.”
“Steeds vaker bekruipt me de ergernis, de agressie en de woede. Er zijn mensen met drie banen en ik heb niets. Waar is de solidariteit gebleven? Als ik dan weer met een medewerker van het arbeidsbureau of de sociale dienst in gesprek ben, lopen de frustraties verder op. Elke brief van deze instanties voelt als een dreigement. En meestal komen dat soort brieven op zaterdag binnen, waardoor ik het hele weekend met een rotgevoel zit. Tegelijkertijd moet ik netjes blijven. Spanningen kunnen daardoor nergens heen en bouwen zich op. Ik blijf malen. Begin mezelf steeds vaker af te vragen of ik echt geen loser ben.”
“Ik heb aan den lijve ondervonden wat de negatieve stress van werkloosheid met je gezondheid doet. Het overvalt je niet zoals bij verkoudheid of griep. Het sluipt erin. Mijn rug voelt pijnlijk, gewrichten stram. De gang naar de huisarts is met de jaren regelmatiger geworden. Bloedprikken, röntgenfoto’s en uiteindelijk de diagnose: fibromyalgie. Alweer iets waarvan ik minder vrolijk word.”
Gepieker in de nacht
“Ik probeer alles om deel te kunnen nemen aan de ‘normale’ maatschappij. Ik heb een rechtenstudie afgerond, maar opnieuw krijg ik te horen: geen werk voor jou. Inmiddels heb ik een internetbedrijfje, maar geld om te investeren is er niet. Dus blijft het iets kleinschaligs. Ettelijke pogingen heb ik ondernomen om aan vrijwilligerswerk te komen: het loopt allemaal stuk. Het gevecht tegen de werkloosheid lijkt iets wat ik niet kan winnen. De frustraties hebben plaats gemaakt voor een depressie. Slapeloosheid door gepieker vormt een vast onderdeel van de nacht. En om nu te zeggen dat ik de toekomst rooskleurig zie: nee, niet echt.”
Een leeg leven
Wanneer je je baan verliest, verlies je in een klap een belangrijk onderdeel van je leven, stelt gezondNU-psycholoog Kemal Inci . “Daardoor kan het leven ineens ook zo enorm leeg voelen.”
“Verlies van baan is een emotionele klap, stelt Kemal Inci. “Werk heeft zo veel meer betekenis dan alleen geld verdienen. Het draagt bij aan autonomie en eigenwaarde. Het kan status geven en levert sociale contacten op.”
“Wanneer je zonder werk zit, worden primaire gevoelens van zekerheid en veiligheid aangetast en dat levert haast standaard stress op.” Hoeveel spanningen, verschilt per situatie. “Als reden van ontslag de kredietcrisis is, tast dat minder je eigenwaarde aan dan wanneer er persoonlijke redenen zoals onbekwaamheid of conflicten meespelen. Er is sprake van overmacht. De fout ligt niet bij jou en daardoor valt je nieuwe status als werkloze iets makkelijker te dragen. Daarnaast geldt: hoe meer integer de ontslagprocedure verloopt, hoe beter mensen met verlies kunnen omgaan. Wanneer je met een sterk gevoel van onrechtvaardigheid thuiszit, is dat pijnlijk.”
Olievlek
Ook hoe ‘hecht’ je met je werk was, bepaalt de mate van verdriet. “Jobhoppers en mensen die werken vanwege het geld zijn meestal minder emotioneel betrokken en daardoor minder rouwig als ze op straat staan. Zij zijn niet zo vervlochten met hun baan als degenen die zingeving of identiteit uit hun werk halen. Ook de vooruitzichten op nieuw werk en spelen mee bij rouwverwerking.”
Inderdaad: rouwverwerking. “Zonder werk begint er een nieuw leven”, stelt Inci. “Je vertrouwde dagstructuur vervalt, je hebt geen collega’s meer en daardoor zijn sociale contacten dunner gezaaid. De zingeving die je uit werk haalt, moet je elders zien te vinden. Ook financieel verandert er veel. De gevolgen van deze onzekerheid en zorgen om de toekomst vormen zo’n fundamentele bedreiging dat dit bij vrijwel iedereen leidt tot angst en depressieve gevoelens. Je ziet vaak dat deze spanningen op je relatie en gezin drukken.”
Het grootste gevaar, waarschuwt Inci, is dat werkloosheid langdurig wordt en als een olievlek uitspreidt naar alle facetten van het leven en daar problemen veroorzaakt die variëren van schulden, depressies tot relaties die op de klippen lopen.
Thuis op de bank kruipen mag in eerste instantie verleidelijk lijken na ontslag, maar is een belangrijke valkuil. Actief blijven is volgens hem essentieel. “Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Maar het tegenovergestelde is geen optie. Als je bijvoorbeeld mensen uit de weg gaat vanwege schaamte of niet meer solliciteert uit angst voor afwijzing, sta je steeds geïsoleerder. Daarnaast zie je dat hoe langer mensen thuis zitten, hoe meer hun eigenwaarde afbrokkelt.”
“In plaats van verslagen te zijn, moet je je strijdbaar voelen”, aldus Inci. Concreet houdt dit in: tegen verdriet ingaan en je de nieuwe situatie eigen maken. Dus schulden (proberen) voorkomen door direct het uitgavenpatroon aan te passen.
Boos zijn en bezinnen (niet te lang!)
Wat ook helpt is stilstaan bij emoties. Boosheid, verdriet, depressieve gevoelens: ze passeren allemaal de revue na ontslag. En dat mag. “Wel is het goed je te realiseren dat boosheid of agressie al te makkelijk op partner of kinderen afgereageerd wordt. Terwijl de vraag is of je boos bent op je familie of op je ex-baas?”
Ontslag is niet alleen maar erg, vindt Inci. “Hoe cliché ook; zo’n verandering brengt kansen met zich meebrengen. Veel mensen blijven hangen in een baan vanwege zekerheid, in dat geval kan ontslag een uitnodiging zijn om die droomcarrière te verwezenlijken. Een korte bezinningsperiode om te bepalen welke kant je op wilt, kan er voor zorgen dat een ontslag niet alleen een verandering, maar ook een verbetering wordt.”
Bezin echter niet te lang, waarschuwt Inci. “Rouwen om baanverlies hoort erbij, zeker als je al jaren bij dezelfde baas bent. Maar na drie tot zes maanden zou het verdriet verwerkt moeten zijn. Wanneer dat niet het geval, is het niet verkeerd hulp te zoeken.”
Hulp kan sowieso handig zijn, ook praktische hulp bijvoorbeeld bij het solliciteren. Maar zelfs dan kan de mooiste sollicitatiebrief nog uitlopen op afwijzing. Daarmee omgaan blijft misschien het lastigste. Inci: “Vragen zoals ‘welke werkgever wil me nog’ zijn begrijpelijk. Maar het is van belang niet te zwelgen in zelfmedelijden. Probeer van een afwijzing te leren. Gebruik het als zelfreflectie: solliciteer ik wel naar de juiste functie, hoe zit het met mijn presentatie en opleidingsniveau?”
Een nieuwe romance
De teleurstelling van afwijzing krijgt doorgaans pas een plek wanneer het contract voor die nieuwe job getekend is, is de ervaring van Inci. “Nieuw werk geeft lucht. Maar zekerheid heeft niemand en het verdriet van vorig ontslag kan ook opspelen in een nieuwe functie. Dan zie je dat de werknemer bijvoorbeeld tot het gaatje gaat of dat hij onterecht boos uitvalt tegen de leidinggevende. Vaak is er dan onverwerkt verdriet in het spel.”
“Je weer thuis voelen in een baan kost tijd. Je kunt het vergelijken met een romance na een echtscheiding. Het gaat erom vertrouwen te krijgen en te leren wat ervan je verwacht wordt. Je moet in een nieuwe baan een nieuw zelfbeeld opbouwen en dat duurt even. Na verloop van tijd krijgen de onderlinge verhoudingen vorm. Na een onwennig, onzeker aftasten kun je groeien naar vertrouwen.”