Lezen is iets wat we allemaal op de basisschool geleerd hebben. Toch? De praktijk blijkt weerbarstiger. Voor een grote groep Nederlanders is lezen en schrijven helemaal geen gesneden koek.
Hoe kan het dat we anno 2015 spreken over laaggeletterdheid in Nederland? We hebben immers al sinds 1901 de leerplichtwet.
“Aan de ene kant zien we bij te veel kinderen dat taal door allerlei oorzaken niet de aandacht heeft gekregen die het zou moeten krijgen. Het kan zijn dat thuis weinig werd (voor)gelezen of dat de taallessen niet opgepikt werden doordat bijvoorbeeld door ziekte veel lessen gemist werden. Bijna altijd is sprake van een combinatie van factoren.”
“Aan de andere kant kunnen volwassenen die wel taalvaardig zijn die vaardigheid verliezen als ze onvoldoende lezen en schrijven. We zeggen dan ook wel: use it or lose it.”
Wat is de definitie van laaggeletterdheid? Hoe groot is het probleem?
“Laaggeletterden hebben zo veel moeite met lezen en schrijven dat ze zich onvoldoende kunnen redden in de samenleving. Ze ervaren problemen thuis, op het werk of met hun gezondheid. In de praktijk betekent dit dat ze moeite hebben met alledaagse zaken zoals het invullen van formulieren, het lezen van een bijsluiter of het begrijpen en opvolgen van adviezen van een zorgverlener. Eén op de negen mensen in Nederland tussen de zestien en 65 jaar is laaggeletterd, in totaal zo’n 1,3 miljoen mensen.”
Is het een typisch probleem van ouderen of komt het bij jongeren ook voor?
“Het komt ook bij jongeren voor. Bijna één op de vijf kinderen komt in Nederland van de basisschool met een taalachterstand van zo’n twee jaar. Die achterstand is vervolgens moeilijk in te halen. Vijf procent van de zestien- tot 24-jarigen is dan ook laaggeletterd. Dat percentage neemt toe met de leeftijd. Van de 55- tot 65-jarigen is ruim twintig procent laaggeletterd. Er zijn schattingen dat het percentage laaggeletterden onder 65-plussers veertig procent is.”
Is het een probleem van allochtone of van autochtone Nederlanders?
“Twee derde van alle laaggeletterden is autochtoon. En het zijn vooral de autochtone laaggeletterden die kampen met gevoelens van schaamte. De voorbarige conclusie ‘Dan zul jij wel dom zijn’ ligt continu op de loer, zij stuiten vaak op onbegrip.”
Wat wordt verstaan onder gezondheidsvaardigheden?
“Iemand is gezondheidsvaardig als hij informatie over zijn gezondheid kan vinden. Hij moet die informatie ook begrijpen en kunnen toepassen om beslissingen te nemen over zijn gezondheid. In Nederland is maar liefst 29 procent van de Nederlanders beperkt gezondheidsvaardig. Dat is veel als je je bedenkt dat de overheid steeds meer van de burger eist op het gebied van gezondheid. Er komt meer nadruk te liggen op het voeren van de eigen regie rond gezondheid, ziekte en zorg. Daar moet je wel toe in staat zijn. Denk aan het meer en meer zelf moeten uitvoeren van allerlei handelingen, zoals bijvoorbeeld het meten van de hoeveelheid suiker in je bloed als je diabetes hebt. Als je daar moeite mee hebt, kan dat grote gezondheidsgevolgen hebben. Ander voorbeeld: het verschil tussen oogdruppels en oordruppels is maar één letter, maar deze vormt een wereld van verschil. ”
Gaan laaggeletterdheid en slechte gezondheidsvaardigheden altijd hand in hand?
“Gedeeltelijk. Als je laaggeletterd bent, heb je ook lage gezondheidsvaardigheden. Je hebt moeite met het begrijpen van bijsluiters. Ook allerlei voedingsinformatie is lastig, waardoor je niet goed weet wat je wel en niet mag eten. Andersom: als je lage gezondheidsvaardigheden hebt, hoef je niet altijd laaggeletterd te zijn.
Welke gezondheidsklachten komen meer voor bij laaggeletterden? Hoe kan dit?
“Laaggeletterden hebben vaker astma, diabetes, kanker, hartinfarcten en psychische problemen. Over de relatie tussen laaggeletterdheid en deze klachten is nog niet veel bekend.
Als ik taalproblemen heb, heb ik moeite met het begrijpen van informatie over bijvoorbeeld de risico’s van roken; dat kan negatief uitwerken op mijn gezondheid. Of ik heb moeite met het lezen van bijsluiters, wat ook negatief kan uitwerken op mijn gezondheid. Als je een middel oraal moet toedienen, moet je wel weten wat daarmee wordt bedoeld. Niet in het oor dus, maar in de mond. Of ik heb moeite met het opvolgen van de informatie die ik krijg voorafgaand aan een operatie. Denk aan de instructie dat je nuchter moet zijn, waaronder je al gauw kunt verstaan dat je dus geen alcohol moet hebben gedronken. Over oorzaak en gevolg zal nader onderzoek gedaan moeten worden.”
Wordt in de zorg voldoende rekening gehouden met laaggeletterdheid?
“Dat kan altijd beter! Dat is de reden dat we in september samen met VELO (Verenigde EersteLijns Organisaties) de campagne ‘Taal maakt gezonder’ hebben gevoerd. Daarmee wilden we zorgverleners bewuster maken van het probleem van laaggeletterdheid. Tegelijk wilden we ze enthousiast maken voor de oplossing: taalscholing in de buurt.”
“Taal maakt gezonder. We weten dat taal niet alleen taalvaardiger maakt en sociaal actiever, gelukkiger en zelfredzamer, maar ook zorgt voor een beter ervaren gezondheid. Zowel fysiek als psychisch.”
“Het zou heel mooi zijn als meer huisartsen, verpleegkundigen, apothekers en andere zorgverleners laaggeletterdheid herkennen en met hun patiënten bespreken. Eén op de negen mensen is laaggeletterd, dus ook één op de negen patiënten. Elke huisarts ziet gemiddeld dus zeker één laaggeletterde per dag. De huisarts heeft een vertrouwensrelatie en kan de vertrouwelijkheid van de spreekkamer gebruiken om dit vaak gevoelige onderwerp aan te snijden. Dat biedt enorme kansen!”
Wat kunnen laaggeletterden zelf doen om hun taalvaardigheid en daarmee hun gezondheid te verbeteren?
“Erover praten met iemand die ze vertrouwen! Dat kan bijvoorbeeld een zorgverlener zijn. Ex-laaggeletterden zeggen allemaal: houd het niet voor jezelf, kom ervoor uit en doe er wat aan. Je wereld wordt zoveel groter en mooier.”
“Neem vooral taalles. Dat kan op veel verschillende manieren: met andere volwassenen op school in een klas met een docent, of alleen of in kleine groepjes met een vrijwilliger bij je thuis of in de bibliotheek. Het kan ook allebei. Hoe het aanbod aan taalcursussen eruitziet is afhankelijk van waar je woont.”
Wat kun je doen als je iemand in je omgeving hebt die niet goed kan lezen en schrijven?
“Sowieso is het altijd belangrijk goed op te letten of iemand mogelijk laaggeletterd is. Als je denkt dat dit zo is, vraag dan gewoon of het klopt. Vertel dat hij of zij zich daarvoor niet hoeft te schamen. Eén op de negen mensen in Nederland is immers laaggeletterd. Bespreek wat het hebben van taalproblemen voor iemand betekent en vraag wat hij of zij daarvan vindt. Tot slot kun je vertellen dat er iets aan te doen is. Zet eventueel samen de eerste stap. Iedereen verdient een kans. Investeren in lezen en schrijven is pure winst. En misschien wil je zelf wel aan de slag als taalvrijwilliger.”
Ex-laaggeletterden over toen
• “Ik ben te vroeg van school gehaald om te gaan werken. Mijn vader was alcoholist en moeder moest werken, maar ze verdiende te weinig om de rekeningen te kunnen betalen.”
• “Door problemen thuis kon ik niet goed meekomen. Ik verliet de technische school al in het eerste jaar en vond een eenvoudig baantje.”
• “Vroeger was ik veel ziek en miste daardoor veel lessen. Als het kon, ging ik ook veel liever naar de markt om daar te helpen. Daardoor heb ik niet goed lezen en schrijven geleerd.”
Ex-laaggeletterden over nu
– “Ik heb nu genoeg zelfvertrouwen om alleen naar de dokter te gaan voor een controle.”
– “Op de cursus heb ik eindelijk goed leren lezen en schrijven.”
– “Tegenwoordig vertel ik iedereen mijn verhaal. Daarmee heb ik heel wat mensen weer naar school gekregen.”
– “Het is geweldig fijn als je weet dat je op jezelf kunt vertrouwen.”
Marieke Wiebing
Marieke Wiebing is coördinator gezondheid bij de Stichting Lezen & Schrijven. De stichting is in 2004 opgericht door prinses Laurentien. Stichting Lezen & Schrijven vindt dat heel Nederland moet kunnen lezen, schrijven en rekenen en met de computer moet kunnen omgaan. www.lezenenschrijven.nl