Touwtjespringen, hoelahoepen, in bomen klimmen: als kind kregen we geen genoeg van buitenspelen. Maar zodra je volwassen wordt, kan dat echt niet meer, toch? Diana, Hilda en Melissa denken daar anders over. “Mij zie je niet meer terug in de sportschool.”
“Een dag niet gesprongen, is een dag niet geleefd”
Diana Buitelaar (52) is alleenstaand moeder van een topsportzoon en heeft het extreem druk. Om energiek, gezond en in balans te blijven springt ze dagelijks lekker buiten op de trampoline.
“Met hooguit vijf uur nachtrust werkte ik me overdag uit de naad. Zo kon het niet langer, ik moest beter voor mezelf gaan zorgen. Gezond eten deed ik al, maar sporten schoot erbij in. Terwijl het toch altijd mijn lust en mijn leven was geweest. In mijn jeugd turnde ik fanatiek. Vooral trampolinespringen vond ik leuk. Later kreeg ik een zoon die ook dol was op sporten. Toen hij nog heel klein was, sprongen we samen op de grote trampoline in de tuin. Met drie jaar stond hij op de ski’s en nu snowboardt hij als topsporter. Ik heb een drukke baan en regel daarnaast zijn zaken. Dat is stressvol, de balans is vaak ver te zoeken.”
“Ik volgde verschillende gezondheidscursussen en opnieuw kwam trampolinespringen aan bod. Het is niet alleen goed voor je lijf en conditie, je maakt er ook gelukshormonen door aan die je geest tot rust brengen. Mijn besluit stond vast: ik ging weer springen!”
Kaken en schouders los
“Nu beweeg ik dagelijks op mijn minitrampoline, het liefst lekker buiten. ’s Ochtends is het een heerlijke start: ik adem frisse lucht in, stuiter wat op en neer en voel alles in mijn lichaam op gang komen. Omdat ik vooral thuis achter de computer werk, spring ik de rest van de dag telkens even tussendoor. Zo maak ik mijn schouders en kaken los en krijg ik weer ruimte in mijn hoofd. Ondanks dat ik weinig tijd heb, kom ik met gemak aan een flinke dosis beweging. En ik hoef me er niet eens voor naar de sportschool te slepen.”
“Sinds ik trampolinespring, voel ik me kiplekker. Ik heb energie voor tien, zit goed in mijn vel en heb geen last meer van hoofdpijn, mijn verzakking of gewrichten. En o ja, ik slaap weer dik acht uur per nacht. Zelfs mijn houding is verbeterd en dat valt op; laatst vroeg iemand of ik aan ballet had gedaan.”
“Fietsen boeit me niet en van hardlopen krijg ik blessures, maar van trampolinespringen word ik blij. Als ik op vakantie ga, mis ik het ook echt. Een dag niet gesprongen is een dag niet geleefd. Help! Ik ben verslaafd aan mijn trampoline.”
Diana springt op een trampoline met elastieken vering. Meer weten? bellicon.nl
“Samen buiten spelen is fun”
Zwoegen in de sportschool met allemaal andere zwetende mensen? Mij niet gezien, denkt Hilda van Hall (39). Zij gaat liever hoelahoepen of touwtjespringen met haar drie kinderen. “Het voelt als een spelletje, maar is net zo effectief als sporten.”
“Na mijn drie zwangerschappen torste ik behoorlijk wat overgewicht mee. Vorig jaar nam ik me voor om per maand een kilo af te vallen. Inmiddels ben ik ruim dertien kilo kwijt. Niet door te lijnen, maar door te bewegen.”
“Ik begon met sporten in een sportschool; wat een verschrikking was dat! Binnen in die aircolucht, tussen al die andere zwetende mensen … Dat kan toch niet gezond zijn? Ook duursporten paste niet bij me en voor wandelen of zwemmen kon ik mezelf al helemaal niet motiveren. Uiteindelijk ben ik gaan touwtjespringen. Dat werkte als een tierelier; de kilo’s vlogen eraf.”
Wedstrijdjes met de kinderen
“Om ook strakker te worden, meldde ik me aan voor een groepskrachttraining. In plaats van aan allerlei apparaten te hangen, trainden we onze spieren in de Bloemendaalse duinen. De coach liet ons ook hoelahoepen met een verzwaarde hoepel. Zo pak je op een speelse manier je buik, rug en billen aan. Ik vond het zo leuk dat ik zelf ook een hoelahoep aanschafte.”
“Als het even kan, sta ik nu buiten met de kinderen te hoelahoepen. Ik met mijn verzwaarde versie, zij met hun eigen kinderhoelahoepjes. We doen wedstrijdjes: wie houdt hem het langste hoog of wie maakt de meeste kniebuigingen? Touwtjespringen doen we ook gezellig samen. Vroeger hoelahoepte ik altijd op het schoolplein met mijn vriendinnen. Op de een of andere manier vinden we dat dit niet meer kan als we volwassen zijn. Dat is onzin. Samen buiten spelen is fun! Het voelt niet als een verplicht sportmoment, maar is wel net zo effectief.”
“Zodra ik sloom word, ga ik hoelahoepen of touwtjespringen. Ik stroom dan weer vol energie en merk dat spanningen verdwijnen. Met een kwartiertje per dag train ik mijn hele lichaam en blijf ik op gewicht. En plannen is niet nodig: ik kan het doen waar ik wil, wanneer ik wil. Het verschil met een jaar geleden, toen ik al die overtollige kilo’s nog meesjouwde, is groot. Ik voel me stukken fitter en ben tevreden over mijn lijf. Ik sport nu iedere dag zonder dat dit een enorme impact heeft op mijn gezinsleven. Nee, mij zie je niet meer terug in de sportschool.”
Hilda gebruikt een verzwaarde hoelahoep van www.bodyhoop.nl
“Als ik freerun, laat ik alles los”
Met gemak klommen we als kind in een boom, sprongen we van muur naar muur of gleden we van een trapleuning. Ergens verloren we onze onbevangenheid, maar met freerunnen krijg je die weer terug. Melissa Kuiper (23): “Je leert wat je mogelijkheden en onmogelijkheden zijn.”
“Waarom zou je een eind omlopen als je ook over dat muurtje, die plas of boomstam heen kunt? Zo snel en functioneel mogelijk van punt A naar B komen, dat is freerunning. Het ziet er spectaculair uit, maar eigenlijk is het een heel natuurlijke bewegingsvorm. Een kind rent, springt en klautert op dezelfde manier.”
“Het is het allerleukst om buiten te freerunnen. We zoeken dan een park of stadsdeel op met veel bankjes, bomen, wanden, rails, trappen en armleuningen. Terwijl we rennen, maken we sprongen, salto’s en schouderrollen over de obstakels. Het is een geweldige uitlaatklep voor mij, omdat ik studeer en dus vaak in mijn hoofd zit. Als ik freerun, laat ik alles los en voel ik me op-en-top fris en wakker.”
De boel de boel laten
“In het begin vond ik het best eng. Maar hoe langer je freerunt, hoe meer vertrouwen je krijgt. Eerst oefen je in een gymzaal of buiten op een zachte ondergrond zoals zand of gras. Langzaamaan verleg je je grenzen, tot je op een gegeven moment zo veel ervaring met de technieken hebt dat je vrijuit kunt rennen en springen. Je leert wat je mogelijkheden en onmogelijkheden zijn.”
“De omgeving en omstandigheden zijn altijd anders. Dat dwingt je om na te denken: misschien is er een leukere, gekkere, mooiere manier om over dit muurtje te komen. Freerunnen brengt creativiteit en nuance in mijn leven. Het is super om even de boel de boel te laten, met mijn hoofd in de wind en mijn voeten op aarde. En na een uurtje freerunnen kan ik me veel beter concentreren als ik weer in de boeken duik. De lesstof blijft twee keer zo goed hangen.”
“Ook op sociaal gebied is freerunnen een prachtige sport. Je doet het vooral in een groep en als iemand een bepaalde hindernis niet durft te nemen, wordt hij gesteund en geholpen door de anderen. Dat schept een bijzondere band waaruit hechte vriendschappen ontstaan. Freerunnen brengt mensen samen. Ik word steeds verliefder op deze sport.”
Iedereen van jong tot oud kan veilig leren freerunnen bij een gymclub van de KNGU (kngu.nl)