Wat is de zin van het leven? Toen ik een puber was, hield die vraag me dagelijks bezig. Het is de grootste vraag die je kunt stellen en eentje waarop je op je vijftiende echt geen antwoord vindt. Hoe hard je ook schreeuwt en schopt tegen de wereld. Ik vond het antwoord althans niet.
De enige reden dat die vraag mijn leven op den duur niet meer beheerste, was omdat de hormonen hun wild geraas staakten. Daarmee droop ook de vraag af, met de staart tussen de benen. Hij lag veilig aan de ketting. Hij hield zich zo koest dat ik zijn bestaan min of meer vergeten was of in ieder geval kon doen alsof.
Bijna dertig ben ik nu. Misschien is dat de reden dat ik weer iets hoor janken. Ik wist natuurlijk meteen wat het was. De Vraag der Vragen. Net zo lang krabbelde hij aan de poort van mijn bewustzijn tot hij mijn volle aandacht had. Ik deed wat de meeste mensen doen als dit soort existentiële vragen te prangend worden: ik ging ermee naar de psycholoog.
Sander Koole (37) is alleen geen psycholoog in de therapeutische zin van het woord, maar wetenschapper in de existentiële psychologie en verbonden aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. “Ik kan je niet vertellen wat de zin van het leven is”, zei hij toen ik hem belde. “Maar wel hoe zingeving werkt.”
Burn-out
Op zich is het geen goed teken dat ik bezig ben met zingeving. Volgens Koole is het een indicatie van je geestelijke gezondheid. Mensen die voelen dat hun leven zinvol is, zijn er niet bewust mee bezig. Wie zingeving mist, gaat erover nadenken.
Dus zingeving houdt ons in een goede geestelijke conditie? Wat Koole betreft wel. Normaalgesproken fungeert zingeving als een psychologisch immuunsysteem. Als een schild dat ons beschermt tegen existentiële zorgen. Wij mensen willen begrijpen waarom de dingen gaan zoals ze gaan. We hebben behoefte aan orde; willen verbanden zien, willen dat dingen zin hebben. Als dingen die zingevend zijn wegvallen, valt er een bescherming weg. Je hebt kans in een zingevingscrisis terecht te komen. Koole noemt als voorbeeld de burn-out. “Bij een burn-out heb je het gevoel dat je werk niet zinvol is. Dat is een vorm van een existentiële crisis.”
Doodsangst
De behoefte aan zingeving is al zo oud als de mensheid. Waarom willen we eigenlijk zo graag dat dingen zin hebben? Koole weet het antwoord: “Wij mensen hebben ons instinct om te overleven met dieren gemeen. Maar wij onderscheiden ons van hen doordat we onze eigen eindigheid kunnen voorzien.” Die rare combinatie van doorgaan terwijl we weten dat er een einde aan komt en het allemaal wellicht zinloos is geweest, schept een potentieel voor een enorme angst. Vrees voor dingen die ons kunnen overkomen, voor onze eigen sterfelijkheid. Voor de meeste angsten hebben we een remedie en we hebben veel onder controle. Behalve onze eigen dood. Daar kunnen we niets tegen doen. Die angst bezweren we volgens Koole door te zoeken naar zingeving.
Een sporter die een record wil vestigen, een puber die beroemd wil worden, een dertiger die zo goed mogelijk wil worden in zijn vak. Wat hebben zij gemeen? Dat dus. Zij bezweren allemaal hun doodsangst met dingen doen die zin hebben. We willen allemaal een beetje onsterfelijk worden. Sporters zijn volgens Koole een goed voorbeeld. Voor sporters is zingeving bij uitstek meetbaar: die zit hem in records. Als je de snelste tijd loopt of de hoogste berg beklimt, komt dat terecht in de boeken. Win je het WK? Dan zullen mensen het er tientallen jaar later nog steeds over hebben hoe geweldig dat was. De beelden zullen eindeloos op televisie worden herhaald. Zelfs als de sportman of –vrouw er zelf al niet meer is. Het is voor de sporter de ultieme manier om onsterfelijk te worden.
En eigenlijk willen we dat allemaal, ook al is dat onbewust. Iets doen dat de wereld er altijd aan herinnert dat wij er waren. Dat ons leven zinvol was.
Zwanger
Een van mijn vriendinnen vertelde laatst dat zij zwanger was. Ze zei dat een kind krijgen haar bestaan zin gaf. Ze kon niet uitleggen waarom ze dat zo voelde. Is kinderen krijgen dan ook een manier van zingeving, en heeft dat ook te maken met de angst voor de dood en de wens onsterfelijk te worden? Ja, zegt Sander Koole. Hij noemt een onderzoek naar zingeving waaruit bleek dat mensen, vooral mannen, een verhoogde kinderwens krijgen als je hen herinnert aan hun eigen sterfelijkheid. Voor vrouwen geldt dat pas als je ze ervan verzekerd hebt dat het hun carrière niet in de weg staat. Tja, er zit wat in. Nakomelingen als het ultieme bewijs van je bestaan.
Met dat onderzoek komt hij terecht bij twee belangrijke punten als het om zingeving gaat. Ten eerste spelen die processen zich (vaak) onbewust af. Vraag je een sporter waarom hij een record wil lopen of een vader in de dop waarom hij vader wil worden, zullen ze heus niet antwoorden dat ze op zoek zijn naar onsterfelijkheid. Ten tweede maakt het onderzoek duidelijk dat er verschillende vormen van zingeving zijn. Voor het merendeel van de vrouwen was hun carrière bijvoorbeeld een belangrijk zingevend element. Dat geldt voor veel mensen. Ook hier gaat het er om ‘onsterfelijk’ te worden door aanzien en respect te verkrijgen van collega’s en een baas.
Gulle Nederlanders
En dan hebben we het nog niet eens gehad over religie, zegt Koole. Dat is misschien wel het beste voorbeeld van zingeving. In dit verband is het natuurlijk ongepast te spreken over onsterfelijkheid. Toch is religie bij uitstek een manier om doodsangst te bezweren. De dood is immers slechts het einde van het aardse leven.
Uit Amerikaans onderzoek waarin mensen aan hun dood worden herinnerd, bleek dat we meer waarde gaan hechten aan nationaliteit en culturele symbolen. En ook dat we socialer worden. Dat we deel uit willen maken van een groep. Ook dat is volgens Koole een ‘poging’ om onze doodsangst te bezweren. “Als wij onze eigen dood niet kunnen voorkomen, laten we dan als club of als cultuur maar onsterfelijk worden. Wist je dat Nederlanders guller worden als je ze aan hun eigen sterfelijkheid herinnert? In een onderzoek waarin hen werd gevraagd de uitkomst van de wedstrijd tussen Nederland en Duitsland te voorspellen, gaven ze Oranje meer punten dan wanneer ze niet waren herinnerd aan hun eigen sterfelijkheid. Het verklaart misschien waarom wij geld geven aan het goede doel en dat als zingevend ervaren.”
Kwetsbaarheid
Zoals gezegd: zingeving is zo oud als de mensheid. Toch lijkt het erop dat we er de laatste tijd meer behoefte aan hebben dan vroeger. Het lijkt alsof we er meer mee bezig zijn dan anders. Koole merkt dat ook. Toen hij begon met zijn onderzoek naar doodsangst en zingeving begrepen mensen niet waarom hem dat fascineerde. Een veelgehoorde opmerking: ‘Daar heb ik nog nooit over nagedacht’. Het was 1999.
Twee jaar later stelde men hem die vraag nooit meer. “Elf september maakte definitief een eind aan onze onschuld. Iedereen werd zich toen bewust van zijn kwetsbaarheid. We beseften: we zijn niet zo veilig als we ons voelen. Als zelfs het grootste en machtigste land ter wereld zo’n makkelijke prooi is, zijn wij dat zeker.”
“De misdaadcijfers dalen nog ieder jaar”, vervolgt Koole. Toch hebben wij het gevoel dat de wereld steeds onveiliger wordt. Terrorisme, het gat in de ozonlaag, het broeikaseffect, het herinnert ons allemaal aan onze eigen sterfelijkheid. Hoe onzekerder de wereld is, hoe meer behoefte wij krijgen aan zingeving. Als je daarbij optelt dat de religieuze vorm van troost en zingeving steeds vaker ontbreekt door de massale ontkerkelijking in West-Europa, dan is het eigenlijk heel logisch dat we de laatste tijd nog veel meer op zoek zijn naar zingeving dan voorheen.”
Schrijven
En ik dan? Wat moet ik met mijn existentiële crisis? Hoe kom ik eraan? Ik ben niet ongelukkig of ontevreden, het is niet het ‘is dit alles?’-gevoel van Doe Maar. Het is ondanks het besef dat ik heel gelukkig ben, een sluimerende onvrede die op sommige momenten de kop opsteekt. Dat voelt verwend en dat maakt het allemaal alleen nog maar erger. “Als je alles hebt wat je wilt, heb je niets meer te willen. En geluk is nu juist iets te wensen te hebben”, zegt mijn filosofische vriend. “Misschien ben je toe aan een nieuwe uitdaging.” Hij heeft makkelijk praten. Alsof die gewoon op straat ligt!
Volgens Koole ben ik goed bezig mijn zingevingscrisis te bezweren. Tijdens onderzoeken is namelijk gebleken dat schrijven een goede vorm van zingeving is. Wie het schrijvend lukt zijn gedachten zo goed mogelijk weer te geven en krijgt daardoor het idee krijgt dat hij meer inzicht in de dingen die gebeuren. Dit ervaren we onbewust als zingevend. Voor mij als journalist is dat inderdaad heel herkenbaar. “Dagboekschrijven is een goede remedie”, zegt Sander Koole. “Lichamelijk word je er ook gezonder van. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat mensen die schrijven minder vaak naar de dokter gaan en een beter immuunsysteem hebben.”
Schrijven voor de gezondheid en tegen de zinloosheid, oké. Maar om mijn eigen doodsangst te bezweren en onsterfelijk te worden? Dat gaat me toch een beetje ver. Hoewel. Het spreekwoord is er waarschijnlijk niet voor niets: Wie schrijft, die blijft. Dus misschien. Misschien zit er wel een kern van waarheid in.