Passie voor eten, beperkt zich niet tot de eettafel. Het begint bij de oorsprong van ons voedsel: de makers. gezondNU zoekt in heel Nederland mensen met hartstocht voor (h)eerlijk eten. Dit keer: imker Jan Saal.
Uitnodigend staat Jan voor zijn bijenkasten. “Kom er gerust bij staan. Bang hoef je niet te zijn. Bijen zijn van nature zachtaardig. Doe jij ze niets, dan zullen ze je echt niet zomaar steken.”
Demonstratief licht hij de deksel op van een kast. Zonder masker, met slechts een rokende pijp in zijn mond, zijn vingers een paar millimeter verwijderd van de tientallen bijen die over de raten krioelen.
Voor het zoete leven hoeft deze imker niet af te reizen naar Italië. La dolce vita is gewoon hier; in de polder in Dronten. Jan zijn imkerij staat op de Warmonderhof. Een uniek opleidingscentrum om biologisch-dynamisch te leren boeren. Naast theorie gaan leerlingen aan de slag op akkerbouw-, veeteelt- en tuinderijbedrijven, allemaal volgens de biologisch-dynamische principes. Ook de imkerij bij Jan. “Waar er op gangbare landbouwbedrijven een strijd is tegen insecten en ze met pesticiden bestreden worden, werken we hier juist samen met de natuur en alles wat erin leeft. Van de wormen die de grond voeden en loswoelen tot de bijen die zorgen voor de bestuiving van de fruitbomen.”
“Als biologisch-dynamisch werkend imker verstoren we de bijen het liefst zo min mogelijk. Dat weten ze. En dus gaan ze gewoon hun eigen gang. Doe je dat niet, plet je bijvoorbeeld bijen tijdens het openen en sluiten van de kasten, dan wordt het hele volk op den duur narrig. Kom je dan in de buurt, word je ontvangen met wild en agressief gezoem. En ja, dan willen ze nog wel eens steken.”
Zachtaardige bijen
We staan bij de bijenkast. “Zie je hoe ze bewegen als één geheel? Dat is precies hoe wij ze als biologisch-dynamisch werkende imkers zien; als één organisme. We noemen dat de imme. Net als ons lichaam uit verschillende organen bestaat, is een bijenvolk één dier dat functioneert door de samenwerking van de verschillende groepen bijen die allemaal hun taak hebben. Ook al ben ik nu zo’n vijfendertig jaar imker, over die samenhang blijf ik me verbazen. Vliegen er tien bijen de korf uit, dan gaan er ook weer tien naar binnen. Zo zijn er tientallen voorbeelden. Bijvoorbeeld waar we het net over hadden, dat een volk narrig kan worden je hun rust vaak verstoord. Er vindt tussen de bijen onderling kennisoverdracht plaats waardoor het hele volk zich gedraagt als één organisme, de imme.”
Carrièrevrouwen
Hoe meer Jan uitlegt, hoe begrijpelijker zijn fascinatie voor deze beestjes. Elke bijenkast is een wereld op zich. Compleet met luie mannen, carrièrevrouwen en koninginnen die op de troon wachten.
“Een bijenvolk bestaat op haar hoogtepunt uit zestigduizend bijen, waaronder één actieve koningin en een aantal slapende koninginnen (die hun beurt afwachten), een paar honderd darren (mannetjesbijen die als enige taak hebben de koningin te bevruchten) en tienduizenden werkbijen.”
“De werkbijen zijn de vrouwtjesbijen, die tijdens hun korte leven een indrukwekkende carrière doorlopen. Ze beginnen als schoonmaakbij en klimmen op als voederbij die de koningin, de darren en de larven voert. Vervolgens worden ze een bouwbij die raten bouwt en daarna een waakbij die de korf tegen indringers behoeden. Tot slot is ze een vliegbij die nectar en stuifmeel verzamelt. Dat doet ze tot ze erbij neervalt tijdens haar laatste vlucht, Dan keert ze niet meer terug.”
Respect voor de vrouwtjesbij. Maar Jan heeft meer bijenkennis die nederig maakt. “Weet je dat een werkbij zo’n vijftig bloemen moet bezoeken om haar maag te vullen met nectar? Dit brengt ze vervolgens naar de korf, waar ze het via haar mond doorgeeft aan een voederbij. Die voert er op haar beurt de koningin, de darren of de jonge larven mee. Blijft er daarna nog wat over, dan geeft ze het door aan een andere bij die het opslaat in de raten.”
We zijn aanbeland op het punt waar het om draait: de honing!
Een spannend moment
De honing van Jan en zijn bijen is bloemenhoning. Gemaakt van nectar van verschillende bloemen. Jan: “Je hebt ook imkers met reizende bijenvolken. Die zetten hun bijenkasten op een aanhanger of in een vrachtwagen en rijden ermee naar een bloeiend heideveld of kastanjebos. Zo zorgen ze ervoor dat de bijen zoveel mogelijk nectar verzamelen van één soort bloemen en krijgt de honing een specifieke smaak.”
Zelf slingert Jan maar één keer per seizoen, zo rond eind augustus, de honing uit de raten. Alle nectar die de bijen verzamelden in de periode dat ze uitvlogen, komt dus in de potjes terecht. “Hoe de honing smaakt, is elke zomer weer een verrassing. Heeft dat jaar de acacia lang gebloeid, dan proef je meer acacia. Regende het juist veel tijdens de bloeiperiode van de acacia? Dan overheerst de smaak van kastanje. Dat eerste proefmoment is altijd weer spannend!”
Ook spannend: wat is de opbrengst? Hoeveel honing één bijenvolk kan verzamelen? “Dat ligt aan het weer; was het een warme zomer of regende het veel? Maar gemiddeld, houd je vast, leveren ze zo’n 100 tot 130 kilo op. Niet misselijk, hè, voor die kleine beestjes? Van deze hoeveelheid hebben ze zelf zo’n zestig kilo nodig als voedsel en zo’n vijftien kilo om te overwinteren. De rest kan geoogst worden.”
Een deel van Jans honing gaat naar de natuurvoedingswinkel op de Warmonderhof. De rest geeft hij weg of eet hij zelf op. “Ik eet elke dag wel een cracker of broodje met honing.”
Bang dat het over datum is, is Jan nooit. “Er zijn verhalen bekend van potten honing die gevonden zijn in piramides in Egypte, die nog prima te eten was. Dat komt doordat het suikergehalte in de honing zo hoog is, zo’n negentig procent. Ook voegen de bijen bij het bewerken van de nectar enzymen toe. Deze geven honing geneeskracht. Heb je een open wondje dat niet goed geneest, smeer er dan eens honing op. Grote kans dat het zich dan mooi sluit.”
De geboorte van een bijenvolk
Wat is het mooiste van imkeren? “Het zwermen”, is Jans korte, duidelijke antwoord. “Zoals een koe kalft, krijgt de imme een zwerm. In de gangbare bijenteelt worden er allerlei kunstgrepen uitgehaald om het zwermen te voorkomen. Zij zien het bijenvolk liever groter en groter worden, waardoor er steeds meer vliegbijen bijkomen die nectar verzamelen. Dat verhoogt natuurlijk de honingopbrengst, maar verzwakt op den duur het bijenvolk.”
“In de biologisch-dynamische imkerij vinden we het zwermen juist een teken van levenskracht. Het is de geboorte van een nieuw bijenvolk Een deel van de imme, het bijenvolk, splitst zich af onder leiding van een eigen koningin. Zij zat tot die tijd haar beurt zat af te wachten. Als één wezen beweegt zo’n zwerm bestaande uit duizenden bijen zich rond de korf.”
“Voor de imker komt dan het moment van de waarheid. Hij moet klaarstaan om de zwerm op te vangen om ze onder te brengen in een nieuwe bijenkorf. Wat als ik er niet ben? Gelukkig vindt mijn vrouw het ook heel leuk. Als de bijen gaan zwermen en ik ben er niet, waagt zij een poging om ze te vangen. Prachtig.”
“Ook al heb ik het al vaak meegemaakt, het bezorgt me steeds opnieuw kippenvel. De vibraties die je voelt als zo’n zwerm rondvliegt om even later als een grote tros bijen aan een tak of huis te gaan hangen, zijn overweldigend.”
Jan vraag om hulp
Het gaat niet goed met de bijen. Door de intensieve landbouw neemt hun voedsel af en door manipulatie van bijenvolken zijn ze vatbaarder geworden voor de varroamijt (een parasiet die zorgt voor wereldwijde bijensterfte).
Wie Jan wil helpen in zijn strijd tegen de bijensterfte, kan dat doen door bloemen en struiken in de tuin te planten die een zomerlang bloeien.
Benieuwd naar Jans bijen? Op 11 september kan iedereen ze bekijken op de jaarlijkse open dag van de Warmonderhof (warmonderhof.nl).