Voor Pam van den Bergh (56) werd het onvoorstelbare werkelijkheid. Totaal onverwacht overleed haar dochter op 22-jarige leeftijd aan een blindedarmontsteking die door de huisarts niet werd herkend. “Ik ben blij dat ik dankzij mijn intuïtie de laatste uren van haar leven bij haar heb mogen zijn.”
“Ik zou willen dat ik dat ene cruciale moment kon terugdraaien. Het was op de ochtend van mijn vijftigste verjaardag die ik samen met mijn drie dochters zou vieren. Jennifer belde me dat ze zich te beroerd voelde om de reis van Groningen naar Enschede te maken. Ze had de dag ervoor ook al gebeld dat ze buikpijn had en niet goed had geslapen. Mijn aanbod om haar met de auto op te halen, zodat ze er bij mij thuis, met een kruik in bed, tóch een beetje bij kon zijn, sloeg ze af. Ze kon het fysiek niet aan om in gezelschap te zijn. Ze wilde niet dat eventueel aanwaaiend verjaardagsbezoek haar in zo’n ontredderde staat zou zien.
Dat was het moment waarop ik de fout van mijn leven maakte. Ik had alles en iedereen moeten afzeggen om er voor haar te kunnen zijn. Ik had naar Groningen moeten rijden. Dan had ik onmiddellijk gezien hoe slecht het met haar ging. Maar dat deed ik niet. Ik deed wat mij toen het beste leek: ik nam haar serieus en respecteerde haar besluit. We spraken af dat we mijn verjaardag een week later samen zouden vieren. Met zijn tweetjes. Dat bleek een afspraak die we niet konden nakomen.”
Voorgevoel
“Jennifer was op mijn aanraden naar de dokter gegaan om een blindedarmontsteking uit te sluiten. Ze was nog nooit ziek geweest en had niet eerder een stap gezet in een ziekenhuis. Ze was bang. Maar toen ze eenmaal de moed had verzameld om naar de dokter te gaan, stelde die haar gerust. Er was geen enkele reden om haar naar het ziekenhuis te sturen voor een echo.”
“Wij hielden, met ongeveer honderdvijftig kilometer tussen ons in, contact via de telefoon. In het weekend leek het weer wat beter te gaan. Maar de dagen erna sliep ze niet, omdat ze moest overgeven en buikpijn had. Ik weet nog dat ik haar op één van die dagen een keer aan de lijn had en haar stem onderdrukt en mat klonk van de pijn. Ik schrok er enorm van, maar zij overtuigde me dat het helemaal niet slecht met haar ging.”
“Achteraf denk ik dat ze mij onbewust op een dwaalspoor zette. Ze wilde niet ziek zijn en dus deed ze alsof ze aan de beterende hand was. Totdat mijn jongste dochter haar ‘s ochtends zag. Die belde mij op mijn werk dat het niet goed ging met haar zus. Ik had zelf ook al zo’n voorgevoel en besloot dat het genoeg was. Ik wilde zelf zien hoe mijn kind eraantoe was. Ik liet alles uit mijn handen vallen, belde de huisarts in Groningen dat hij naar haar toe moest gaan en reed zo snel als ik kon naar haar toe.”
Bizar scenario
“Het beeld van wat ik aantrof, bezorgt me nog steeds kippenvel. Het was een bizar scenario en ik hyperventileer telkens weer wanneer ik eraan denk. Ze zou het weekend erop gaan verhuizen en dus was de woonkamer al half onttakeld. Midden tussen de verhuisdozen en wasmanden met wasgoed, lag een doodziek kind volledig gekleed in bed. Met een brok in mijn keel liep ik naar haar toe. Ze weerde haar gezicht af met haar armen die ze kruislings voor haar gezicht hield. ‘Mama, niet kijken’, zei ze. ‘Ik zie er niet uit. Ik wil niet dat je me zo ziet.’”
“Ik pakte voorzichtig haar handen en mijn hart stond stil bij wat ik zag: mijn prachtige dochter zo totaal ontredderd, ziek en uitgeteerd. Haar mooie gezicht was niet veel meer dan een vogelkopje. Ze was lijkbleek, haar ogen waren zwart omrand. Ze keken geloken en doods langs me heen. Haar lippen waren paars en uitgedroogd en ze was ijskoud. Haar ademhaling was hoog en gejaagd, en uit haar mond kwam een vreemde, onaangename geur die me helemaal bang maakte.”
Radeloos
“De huisarts was die ochtend nog eens langs geweest en had tegen haar gezegd dat ze zwaar overspannen was en hyperventileerde van allerlei spanningen. Ik kon me niet voorstellen dat je daarvan kilo’s afviel en uitdrogingsverschijnselen kreeg. En ook niet dat hij niet zag hoe ziek ze was. Nadat ik Jennifer zo goed en zo kwaad als dat ging had opgewarmd met mijn eigen lichaam, ben ik naar de huisarts geracet om hem te halen. Daar wachtte me een koud bad. Ik was radeloos en in paniek, maar ik werd tot orde geroepen en weggezet als een overbezorgde moeder. Ik weet nog wat hij zei: ‘Een jonge gezonde meid gaat niet zo gauw dood, hoor. Het lijkt misschien ernstig, maar met volledige rust is ze er zo weer bovenop.’”
“Ik wilde niets liever dan hem geloven en vroeg hem of hij het zeker wist. Die zekerheid gaf hij mij. Dat gaf me enigszins rust. Desondanks besloot ik dat ik om zes uur de vervangende arts zou bellen voor een second opinion.”
Keuzes op basis van angst
“Veel mensen begrijpen niet waarom ik haar toen niet direct naar het ziekenhuis heb gebracht. Maar de situatie was er gewoonweg niet naar. Jennifer was veel te zwak. Elke aanraking deed haar pijn. Uiteindelijk komt het er misschien op neer dat ik diep van binnen wel wist dat het mis was, maar dat daaraan toe te geven zo beangstigend was dat ik er alles voor over had om maar het tegenovergestelde te horen. Dus geloofde ik wat de huisarts zei en duwde ik de alarmbellen met mijn verstand weg. Bovendien ging ik er ook van uit dat de vervangende arts ervoor zou zorgen dat ze binnen een halfuurtje in het ziekenhuis zou zijn. Ik kon toen nog niet vermoeden dat de wereld nog geen uur later zou ophouden met draaien.”
“Op die manier zijn er veel beslissingen genomen op basis van angst. Jennifer die niet lastig wilde zijn, bang was voor het ziekenhuis en dus de ernst van haar ziekte verdoezelde. De arts die niet van zijn eerste indruk afstapte en het niet nodig achtte extra onderzoek te doen. En ik die niet luisterde naar mezelf omdat ik uit angst voor de werkelijkheid te graag gesust en gerustgesteld wilde worden.”
Levenslang
“Wat veel mensen ook niet begrijpen, is waarom ik die arts niet heb aangeklaagd. Veel mensen zeggen: ‘Als het míjn kind was geweest, had ik hem het leven zuur gemaakt. Als ik lijd, lijdt hij ook.’ Ik kan me voorstellen dat mensen zo denken. Maar hij heeft vanaf het moment dat het misging een andere jas aangetrokken. Dat scheelt enorm. Toen ik hem een maand na Jennifers dood tijdens een gesprek in het ziekenhuis tegenkwam, zág ik hoe hij leed. Die man heeft net als ik levenslang. En bovendien, wat levert het me op? Jaren procederen om vastgesteld te krijgen dat er sprake was van medisch falen? Mijn gelijk krijgen? Dat gelijk had ik al gekregen: ze is immers overleden. Ik wilde geen jaren gebukt gaan onder negatieve emoties als haat en woede. Jaren waarin ik niet zou kunnen beginnen met rouwen. Ik wilde door. Hoe moeilijk het ook was.”
Zonder angst
“In het begin kwam er trouwens niet veel van rouwen. Er moest zo veel geregeld worden. Mijn twee andere dochters stortten in en dus dook ik daar bovenop. Ik wilde ons allemaal op de rails houden en dat lukte min of meer. Lange tijd voelde het alsof Jennifer stage liep in het buitenland en elk moment op de stoep kon staan. Haar dood was simpelweg niet te bevatten. Bovendien ontdekte ik veel mooie kanten van haar, die ik zelf nooit eerder had ervaren, door alle prachtige en bijzondere verhalen van haar vrienden en medestudenten. Daardoor raakte ik in een soort roes die bijna te vergelijken is met verliefdheid.”
“Het moment dat het in zijn overrompelende grootsheid tot me doordrong, was tijdens een bruiloft, een halfjaar na haar dood. Ik realiseerde me dat ik haar nooit als bruidje zou zien. Ik kon me niet langer groothouden en barstte in tranen uit. Het kwam er met bakken uit. Heel gênant vond ik dat, vooral voor het bruidspaar, maar ik kon gewoon niet anders.”
“Toen begon het rouwen pas echt. Ik put troost uit het idee dat ik dankzij mijn intuïtie de laatste uren van haar leven bij haar heb kunnen zijn. Dat ik haar op schoot genomen heb en haar haren heb gestreeld. Dat ik, door er te zijn, een beetje van de pijn die ze voelde heb kunnen wegnemen. En dat zij, in de overtuiging dat ze eindelijk mocht slapen door de slaappil die ze van de arts had gekregen, zonder angst gestorven is.”
Engelbewaarder
“Het voelde lange tijd alsof er een deken over me heen lag. Er waren wel leuke momenten of dingen waar ik om moest grinniken, maar het was allemaal zo vlak. Blijdschap voelde niet écht als blijdschap. Het zat er een beetje tegenaan. Net alsof ik niet helemaal loskwam. Laatst merkte ik voor het eerst weer dat ik oprechte blijdschap kon voelen. Mijn jongste dochter vertelde dat ze zwanger is en een zoon krijgt. Ik word voor het eerst oma. Dat intense geluk dat mijn hart overspoelde en het besef dat ik dat kón voelen, gaven me een heerlijk gevoel. Ik kijk enorm uit naar het moment dat ik dat jongetje in mijn armen houd. En als er engelbewaarders bestaan, dan weet ik zeker dat mijn kleinzoon de mooiste en de liefste engelbewaarder krijgt die er bestaat.”